(Klik op de afbeelding om deze te vergroten)

Amherst, New England
Haar gehele leven woont Emily Dickinson in Amherst, een provinciestad in New England (ongeveer 250 km boven New York). De naam van de streek komt van de Engelse kolonisten die het in de zeventiende eeuw veroverden. Het geloof speelde daarbij een belangrijke rol. Zij waren puriteinen die onvrede hadden met de Anglicaanse kerk. Door te verhuizen naar de nieuwe wereld, ontkwamen ze aan vervolging in Engeland. Ze beschouwden zichzelf als het uitverkoren volk dat een nieuw Jeruzalem wilde opbouwen, wat de onteigening van het land legitimeerde.

Rond 1850 is Amherst nog een van de laatste bolwerken van de puriteinen. Met ongeveer 4000 inwoners is de stad een mix van boerderijen, opkomende industrie en hoger onderwijs. Waar in de grotere steden een vrijzinniger klimaat heerst, houdt men hier vast aan de rechtgelovigheid. Daarom is ook het instituut voor hoger onderwijs opgericht, het Amherst College. Bedoeld om de puriteinse waarden uit te dragen.

Buiten de graslanden en akkers is er nog veel ongerepte natuur. De omgeving met haar glooiende heuvels en dichte naaldbossen kent nog een grote diversiteit aan wilde dieren en planten. Zij vormen vaak het decor voor de gedichten. De prachtige natuur is bekend van de ‘Indian Summer’ met warme en bontgekleurde herfstdagen. Een “tweede zomer” noemt Emily het “korter dan de eerste, maar zachter” en met “kleuren van een oorlog die vrijaf neemt.”

1830
Emily Elizabeth Dickinson wordt op 10 december 1830 geboren in Amherst. Emily is het tweede kind van Emily Norcross  en Edward Dickinson. Haar ouders zijn in 1828 getrouwd en krijgen in korte tijd drie kinderen: Austin, Emily en Vinnie (Lavinia).

Moeder Emily Norcross komt uit een rijke boerenfamilie. Zij heeft aan de Monson Academy in Massachusetts gestudeerd en in New Haven. In haar studietijd is ze actief, organiseert lezingen, zingt in een koor en volgt bijbelstudies. Ze kent meer dan dertienhonderd bijbelverzen uit haar hoofd. Zoals de meeste vrouwen van haar tijd leeft ze vanaf de trouwdag voor haar gezin.  Ze regelt het huishouden en de tuin tot haar gezondheid het niet meer toelaat. De rozen en de vijgen die ze kweekt zijn in de wijde omtrek bekend. Emily heeft aanvankelijk geen sterke band met haar. Dat komt pas op latere leeftijd, wanneer ze haar ziekelijke moeder gaat verzorgen.

Vader Edward Dickinson is de oudste van negen kinderen uit een welgestelde advocaten-familie. Hij heeft gestudeerd aan de Amherst Academy, Yale College en the Northampton Law School. Hij opent een eigen advokatenpraktijk in Amherst en onderhoudt daarbij nog een klein boerenbedrijf. Hij wordt een belangrijke publieke figuur in Amherst. Hij heeft een autoritair karakter, maar is gehecht aan zijn kinderen. Emily Dickinson vindt hem een “zwijgzame, eenzame en autocratische buitenstaander. Pas na zijn dood beseft Emily hoezeer ze hem mist. (De schilderijen zijn in 1840 gemaakt door Otis Allen Bullard – © Houghton University Library Harvard.)

De wieg van Emily staat in de Homestead (hofstede). Dit familiehuis was gebouwd door grootvader Samuel Dickinson en het eerste bakstenen huis in Amherst. Bij haar geboorte wordt het landhuis gedeeld door de gezinnen van grootouders en ouders. Sinds 2003 is in de Homestead het Emily Dickinson Museum gevestigd.

1835
Edward Dickinson wordt penningmeester van het Amherst College (later Academy). Hij zal dat 37 jaar lang blijven. De academie is nauw verbonden aan de familie Dickinson. Grootvader Samuel Dickinson is immers een van de stichters en heeft bijna het gehele familiekapitaal ingezet voor het college. Zijn vrijgevigheid leidt echter tot zijn faillissement.
1840
Vanwege deze financiële problemen moet de helft van de Homestead verkocht worden. Het gezin van Edward verhuist noodgedwongen naar North Pleasant Street in Amherst. Het nieuwe, houten huis ligt pal naast het kerkhof. Zo wordt Emily In haar jeugd regelmatig geconfronteerd met dood, uitvaarten en rouwende mensen.

Op dit schilderij van Otis Allen Bullard uit 1840 staan Emily, Austin en Vinnie. Nnaast de iconische foto is het de enige afbeelding van Emily. Emily en Austin lijken veel op elkaar en trekken in hun jeugd ook vaak samen op.Over Vinnie schrijft Emily later: “Zij heeft geen Vader en Moeder, alleen mij en ik heb geen Ouders, alleen haar.”

Emily gaat samen met haar zus Vinnie naar de Amherst Academy. Ze volgt met name vier studies: filosofie, geologie, Latijn en plantkunde.

1844
Wanneer vriendin Sophia Holland onverwachts overlijdt, maakt dat diepe indruk op Emily. Zij kan het verlies moeilijk verwerken. Haar ouders sturen Emily samen met haar zus Vinnie naar tante Lavina Norcross in Boston om te bekomen. Al vanaf haar kindertijd heeft Emily Dickinson een goede band met haar tante Lavinia Morcross.
1845
Vooral de lessen geologie en plantkunde interesseren Emily. Ze legt zelf een Herbarium aan, een uitgebreide verzameling met beschrijving van meer dan 400 planten en bloemen. De bibliotheek van Harvard heeft het complete Herbarium online gepubliceerd (Herbarium of Emily Dickinson).

In deze periode begint de levenslange vriendschap met Susan Huntington Gilbert. Ze is even oud, negen dagen na Emily geboren. Sue wordt een hartsvriendin. Emily noemt haar vaak “Dollie”. Waarschijnlijk is zij de grote liefde van haar leven.
“Wie houdt het meest van jou, en nog veel meer, en denkt aan jou als anderen rusten? Dat is Emily” dicht ze. Zelfs als Susan Huntington later met haar broer trouwt, blijft een liefdesband in de geschriften doorklinken.
Susan is een levendige en intelligente vrouw, met veel interesse voor literatuur.

In augustus koopt vader Dickinson een virginaal voor de familie. In de familie gaat het verhaal dat Emily als tweejarige al piano leert spelen van haar tante Lavinia. Emily stort zich fanatiek op de lessen. Haar voorkeur gaat niet uit naar klassieke muziek, maar naar Ierse en Schotse ballades. Zij heeft een uitzonderlijk talent voor improviseren.

In haar jeugd moet Emily Dickinson zeker een sociale flair hebben gehad. Ze schrijft zelf: “Ik word inderdaad heel snel knap! Ik verwacht dat ik de ‘belle’ van Amherst zal zijn als ik zeventien ben. Ik twijfel er niet aan dat ik op die leeftijd massa’s bewonderaars zal hebben.” Bekenden beschrijven haar als klein en slank. Het haar draagt ze vaak in een knotje en is bruin of rossig van kleur. Charles Temple, leraar Frans aan de Amherst Academy, snijdt een silhouet van Emily Dickinson uit.

1847
Na haar afstuderen gaat Emily naar het Vrouwen Seminarie van Mount Holyoke in South Hadley, vijftien kilometer onder Amherst. Dat een vrouw in die tijd studeert lijkt misschien uitzonderlijk, maar de puriteinse gemeenschap vindt het belangrijk dat vrouwen vóór het huwelijk een goede opleiding krijgen. Om daarmee kinderen een betere opvoeding te kunnen geven. Emily volgt op het seminarie diverse vakken, waaronder plantkunde, fysiologie, astronomie, Engelse grammatica, retorica, algebra, scheikunde en filosofie. Naast de dagelijks tijd voor zang en pianoles. Ze krijgt al snel heimwee naar huis, want de sfeer op het seminarie valt tegen. De strenge discipline past niet bij haar. En zeker niet de religieuze bekeringsdrang van de docenten.

Emily raakt bevriend met Benjamin Newton, een jurist in opleiding op het kantoor van haar vader. Hij herkent in haar het bijzondere talent voor dichten en stimuleert haar om dit verder te ontwikkelen. Hij maakt haar ook vertrouwd met de literatuur van haar tijd. Emily ziet hem als een belangrijke leermeester. Als ze later in de krant leest dat hij gestorven is, blijft ze maandenlang depressief. Rond deze tijd worden de romans Jane Eyre van Charlotte Bronté en Wuthering Heights van Emily Bronté gepubliceerd. Beide romans zijn van grote betekenis voor Emily’s literaire ontwikkeling.

In dit jaar wordt de beroemde foto van Emily Dickinson gemaakt (daguerrotype). Waarschijnlijk is de fotograaf William C. North.

1850
Voor haar verjaardag krijgt Emily van haar vader een grote, bruine hond: Carlo. Het moet een New Foundlander of Sint Bernard geweest zijn. Zestien jaar lang zal hij haar trouwe vriend zijn. Dankzij Carlo kan zij haar lange wandelingen door de bossen en velden maken. “Wanneer ik straks in de hemel kom, zal Carlo mij als eerste begroeten” schrijft ze.

Voor het eerst wordt anoniem een gedicht van Emily Dickinson gepubliceerd in de Springfield Daily Republican. Het is een ironisch Valentijnsgedicht, geschreven aan William Hoyland, een jonge docent van het Amherst College.

In deze jaren krijgt Amherst te maken met twee golven van religieuze oplevingen (Great Awakenings). Tijdens deze opwekkingsbewegingen bekeren protestantse christenen zich opnieuw tot Christus. Daarbij vragen predikanten de gemeenteleden om het geloof meer persoonlijk te beleven. Een nieuwe bekering komt voort uit een diepe religieuze ervaring dat men zich persoonlijk geroepen of gered voelt door Christus. Rond die hernieuwde bekeringen ontstaan nieuwe kerkgemeenschappen. Vader Dickinson, Vinnie en Susan sluiten zich aan bij de First Church. Ook op het Vrouwen Seminarie worden bekeringen gepropageerd. Emily Dickinson maakt duidelijk dat zij daar geen interesse voor heeft. Ook later blijft zij “een rebel”, zoals ze zelf zegt en dat is opmerkelijk binnen zo’n strenge christelijke gemeenschap.

Susan Huntington Gilbert krijgt een relatie met haar broer Austin. De verkering blijft lange tijd geheim, ook voor Emily.

1851
Austin Dickinson vertrekt naar Boston om daar les te geven aan de Endicott School in Boston. Emily mist haar broer en stuurt hem regelmatig brieven. In haar jeugd moet zij een hechte band gehad hebben met Austin, want ze voelt diepe teleurstelling dat hij zo weinig naar huis komt.

Susan Huntington Gilbert gaat wiskunde doceren aan de Archer’s School in Baltimore. Emily stuurt haar een liefdesbrief en verscheidene gedichten met liefdevolle ondertoon. Zij heeft nog geen weet dat beiden verkering hebben, terwijl ze toch bij Austin en Sue op bezoek gaat.

De regio van Amherst wordt getroffen door een grote brand. Ook veel prachtige natuur gaat verloren. Het vindt zijn weerslag in de gedichten.

1853
In het geheim verloven Austin en Susan zich met elkaar. Het is het begin van een ingewikkelde relatie tussen Emily en haar geliefde vriendin die voor haar broer kiest. Er volgt aanvankelijk een periode van afstand. Vooral Emily vindt dat zij te weinig aandacht krijgt en dat Susan nauwelijks op haar reageert.

Wanneer Susan en Austin meer op afstand komen, zoekt Emily steun bij Suzan Holland. Met deze wat oudere vrouw gaat ze een uitgebreide correspondentie voeren. De komende jaren schrijft Emily haar meer dan negentig brieven. Zij bieden veel informatie over het dagelijkse leven van Emily en haar aspiraties.

Vader Edward Dickinson wordt vanuit de Whig Party (oppositie) gekozen voor het Amerikaanse Congres. Hij moet vaak buitenshuis verblijven. Mede op zijn initiatief krijgt Amherst een spoorverbinding en vlak bij de Homestead wordt een treinstation geopend. Het betekent wel dat hij vaak buitenshuis moet verblijven.

1855
Wanneer Emily en Vinnie een bezoek brengen aan vader in Washington, ontmoeten zij in Philadelphia dominee Charles Wadsworth. Ze is als “als door een wervelwind getroffen”. Ze gaat hem met regelmaat brieven sturen. Kopieën van zijn preken gaan retour en zijn de inspiratiebron voor diverse gedichten. Emily Dickinson noemt hem een van haar beste vrienden.

Broer Austin komt terug naar huis om te werken in het advocatenkantoor van de familie. Wanneer het beter gaat met de firma, wordt ook het landgoed Homestead teruggekocht en opgeknapt. Het gezin verhuist terug naar het oude familiehuis. Na de verhuizing wordt moeder ziekelijk en krijgt aanvallen van depressies. Ook Emily vindt de overgang lastig. Vader laat speciaal voor Emily een bloemenkas aanbrengen en een tuin aanleggen. De zorg voor haar en het huishouden zijn voor beide dochters.

1856
In juli trouwen Austin en Susan in Geneve, New York. Pal naast de Homestead laat vader voor hen een huis bouwen: The Evergreens. Emily zal in de toekomst kleine geschreven boodschappen (vaak gevoelig en scherp!) onder de heg doorschuiven. Susan en Austin maken hun het huis tot centrum van het culturele leven in Amherst. Het wordt een ontmoetingsplek voor journalisten, dichters en politici. Zo komt de schrijver Ralph Waldo Emerson lezingen geven. Juist nu Sue zo dichtbij woont, vindt Emily de emotionele afstand tussen hen moeilijk te overbruggen.

Evenals vader en moeder Dickinson worden ook Austin en Sue lid van de First Church. Emily is nu de enige in de familie die weigert zich te bekeren.

Emily wint prijzen met haar zelfgebakken brood (rye and indian bread) bij de Cattle Show. Haar desserts zijn eveneens vermaard (met chocolade en kokos).

Op een van de bijeenkomsten in The Evergeens komt Emily in contact met Mary en Samuel Bowles. Hij is journalist en uitgever van The Springfield Republican. Het dagblad is een van de belangrijkste progressieve media van New England. Het echtpaar is actief in de beweging tegen de slavernij. Gezien de vele brieven en gedichten die Emily hen stuurt, moeten zij intieme vrienden zijn. Het is Samuel Bowles die haar “daisy” (madeliefje) noemt. Wat opvalt is dat Emily Dickinson in haar leven nauw contact heeft met toonaangevende en respectabele mensen. Al vanaf haar schooltijd correspondeert ze niet alleen met familie, maar ook met een brede vriendenkring, zelfs buiten Amerika.

1858
In de komende jaren schrijft Emily Dickinson het merendeel van haar gedichten. Op losse bladen, of op kladpapier, lege ruimte van enveloppen, kaarten of tijdschriften. Naderhand werkt ze de geschreven kladjes uit op losse bladen. Ze naait de bladeren met gedichten aan elkaar in veertig zelfgemaakte schriften (‘Fascicles”).

In deze periode zijn ook de Meesterbrieven (Master Letters) geschreven. Zo worden drie uitgebreide liefdesbrieven van Emily genoemd die aan “master” gericht zijn. Zij verwoorden een hartstochtelijke liefde en trouw aan haar “master”. Ook in zeven gedichten is er sprake van een “master”. Het is echter nooit bevestigd dat deze brieven daadwerkelijk gepost zijn. Is het fictie? Het blijft een raadsel wie Emily met deze persoon bedoeld heeft. Is het Charles Wadsworth. Samuel Bowles of Otis Lord? Het kan ook Susan Dickinson zijn, want een geliefde wordt in die tijd over het algemeen ook “master” genoemd. Genoeg stof dus voor speculatie.

1860
Rond haar dertigste gaat Emily Dickinson gaat zich terugtrekken uit het sociale leven van Amherst. Slechts een selecte kring van familie en vrienden komt op bezoek. In deze periode ontstaat het beeld van Emily Dickinson dat ze een leven leidt van een zonderlinge kluizenaar. Dat beeld past niet bij de uitvoerige correspondentie die ze blijft voeren en de berichtjes en geschenken (bloemen uit haar tuin) die ze aan velen stuurt. Daarbij komt nog dat ze regelmatig op reis gaat naar vrienden en familie.

Meestal is Emily Dickinson in het wit gekleed. Het moet opvallend zijn, want In Amherst spreekt men zelfs over de ‘mythische vrouw in de witte jurk’. Over de reden hebben wetenschappers diverse hypothesen ontwikkeld. Mogelijk kan het te maken hebben met een mogelijke nierziekte die overmatige transpiratie en vochtverlies veroorzaakt. Witte kleding is dan beter te wassen. Of kan de witte kleding op een spirituele betekenis duiden? Wit is de kleur van puurheid, zuiverheid. Misschien houdt ze gewoon van wit?  Haar witte jurk wordt iconisch – deze replica is te zien in het Emily Dickinson Museum.

De dood van haar geliefde tante Lavinia Norcross raakt Emily erg. Zij zoekt contact met de beide dochters van haar tante, Lou en Fanny Norcross. Als haar oom Loring Norcross twee jaar later sterft wil Emily Dickinson hun kinderen opvangen. Zij gaan zelfstandig wonen, maar Emily blijft voortdurend in contact met hen.

1861
Susan en Austin Dickinson krijgen een zoon, Ned. Emily zal een hechte band met hem krijgen. Zij schrijft over het plezier dat ze heeft met de taalspelletjes, die ze samen spelen.

Begin van de Amerikaanse burgeroorlog (1861-1865). Ook vanuit Amherst vechten vele mannen als soldaat in het leger van de Unie (Noordelijke Staten). Onder hen sneuvelen ook bekenden van Emily. Haar broer Austin laat zich tegen betaling vervangen voor de militaire dienst waartoe hij is opgeroepen. In 1864 verschijnen in een krant (Brooklyn) anoniem drie gedichten van Emily, bestemd om geld in te zamelen voor medische zorg van het leger van de Unie.

1862
Emily begint een jarenlange correspondentie met Thomas Higginson. Hij is predikant en schrijver, een voorstander van de rechten van vrouwen en Native Americans. Als fel tegenstander van de slavernij, dient hij als commandant van het eerste regiment van Afro-Amerikaanse soldaten. Emily vraagt hem een aantal van haar gedichten te beoordelen. “Kunt u mij zeggen of mijn vers leeft?” Hij moet een grote bewondering voor Emily hebben gehad, want alle verstuurde brieven en gedichten worden goed bewaard. Hij zal ook enkele keren Emily aan huis bezoeken. Na haar dood helpt hij bij het uitgeven van de gedichten.

Oom Loring Norcross, weduwnaar van tante Lavinia, sterft in januari 1863. Emily wil hun dochters Lou en Fanny Norcross opvangen. Zij gaan zelfstandig wonen, maar Emily blijft voortdurend in contact met hen.

1864
Voor een oogziekte wordt Emily behandeld in Boston (zeven maanden lang). Ze heeft last van haar ogen, maar de oorzaak is niet duidelijk: ontsteking van oogvlies, aanvallen van epilepsie of een chronische nierziekte? Bij haar verblijf ontmoet ze voor het eerst rechter Otis Lord, die ze regelmatig zal schrijven. Een jaar later moet zij opnieuw behandeld worden aan haar ogen en blijft wederom een half jaar in Boston. Slecht zien en angst om blind te worden klinken in veel gedichten door.
1866
Op 27 januari gaat Carlo dood, haar geliefde kameraad en vele malen genoemd in haar brieven en gedichten. Zijn dood betekent ook een einde van de zwerftochten door de natuur.

Susan en Austin Dickinson krijgen een tweede kind: dochter Mattie. Mattie Bianchi (later gehuwd met een Russische kapitein) zal begin twintigste eeuw het beheer van een deel van het literaire erfgoed van Emily Dickinson op zich nemen.

1869
Huize Dickinson krijgt een nieuwe dienstbode, Margaret Maher. Eerst tijdelijk, maar al snel ontstaat er een band tussen de familie en haar. Emily Dickinson beschrijft haar als “moedig”, “warm” en “de noordenwind van de familie”. Met haar deelt Emily de keuken als ze aan het bakken gaat. De bekende foto van Emily wordt na haar dood door haar gered.
1874
Vader Edward Dickinson sterft onverwachts in Boston. Volgens haar familie is Emily troosteloos en loopt ze een week lang wezenloos door het huis.
1875
Moeder Emily Norcross Dickinson krijgt een beroerte en raakt bijna volledig verlamd. Emily en Vinnie gaan voor haar zorgen. Er moet immers steeds iemand thuisblijven. Het versterkt de band tussen Emily en haar moeder.

Susan en Austin krijgen een derde kind: zoon Gib. Ned is inmiddels 14 jaar en Mattie 10 jaar en kleine Gib is een nakomertje. Het is een erg ondeugend kind, waarover Emily innemend schrijft. De kleine Gib wordt haar lieveling.

1876
Vriendin en schrijfster Helen Hunt Jackson ziet in Emily Dickinson een groot dichter: “Jij bent een geweldige dichter”. Ze probeert herhaaldelijk Emily te overtuigen om haar gedichten te publiceren. Tevergeefs, want Emily wil dat in geen geval. Publiceren noemt zij een uitverkoop van de geest. Na lang aandringen van Helen Hunt Jackson wordt toch één van haar gedichten gepubliceerd in een verzamelbundel. Het blijven slechts een handvol gedichten die tijdens haar leven gepubliceerd worden (onder andere in kranten).

Austin krijgt eerste aanval van malaria. Vanaf 1880 wordt de ziekte ernstiger.

1877
Otis Lord is de beste vriend van vader. Hij is rechter bij het Supreme Judical Court van Massachusetts. Met zijn vrouw komt hij regelmatig bij de Dickinsons aan huis. Wanneer zij aan kanker overlijdt, begint een levendige briefwisseling tussen Emily en Otis Lord. De brieven van Emily worden erg intiem.

Meer dan eens gaat hij Emily opzoeken. Ondanks het leeftijdsverschil van achttien jaar groeit een heftige romance tussen hen. Susan staat afkerig tegenover deze affaire. Als zij Emily aantreft in de armen van Otis, vindt ze het verfoeilijk. Sommige passages uit haar brieven lijken te suggereren dat beiden overwegen om te trouwen. Emily noemt hem “Salem” naar de plaats waar hij woont. “Ik bedank de schepper van Hemel en Aarde, die hem aan mij gaf om hem lief te hebben.”

1882
Moeder Emily Norcross Dickinson sterft. Na haar dood schrijft Emily dat ze nooit innig met haar moeder verbonden was, maar dat de laatste jaren hen dichter bij elkaar heeft gebracht.

Aan het einde van het jaar begint Austin Dickinson een langdurige relatie met Mabel Loomis Todd. Omdat haar man professor wordt aan het Amherst College, zijn zij in Amherst komen wonen. Mabel Loomis Todd is musicus. Zij zal regelmatig in de Homestead komen om voor Emily piano te spelen en te zingen. Maar Mabel zegt zelf dat ze Emily nooit persoonlijk ontmoet heeft. Het is vanaf boven in de trappenhal dat Emily naar haar spel luistert. De buitenechtelijke relatie van Austin levert de nodige spanningen op tussen Emily en Susan. Emily staat namelijk toe dat Austin en Mabel elkaar ontmoeten in het ouderlijk huis. Ondanks de ruzie met Susan, blijft Emily bevestigen dat ze van Susan houdt.

1883
Gib Dickinson, de lieveling van Emily, sterft op achtjarige leeftijd aan buiktyfus. Hij heeft die opgelopen toen hij met een vriendje ging zwemmen. De familie is diep geschokt door zijn overlijden. Emily stort in en ligt weken in bed. Laten we niet vergeten dat kindersterfte in deze tijd erg groot is, en niet alleen onder baby’s. Veel kinderen mogen niet buiten spelen vanwege besmettingsgevaar.
1884
In maart sterft Otis Lord. Enkele weken later wordt Emily ernstig ziek. Veel zaken in Emily’s leven blijven geheimzinnig, zo ook de ziekte waaraan zij lijdt. Het meest waarschijnlijk is dat het gaat om chronische nefritis, een nierziekte. Officieel staat nefritis ook genoteerd als doodsoorzaak.

De vele sterfgevallen in korte tijd (Gib, Otis Lord en ook Helen Hunt Jackson) voelen zwaar voor Emily. Zij krijgt steeds vaker last van zenuwinstortingen en blijft regelmatig in bed.

1886
Op 15 mei sterft Emily Dickinson. Het laatste briefje dat ze kort voor haar dood schrijft, bevat twee woorden “Called Back”. Vinnie en Austin staan rond haar bed, wanneer ze sterft. Austin schrijft in zijn dagboek: “Ze stopte met ademen, die vreselijke ademhaling net voordat de fluitjes klonken voor zes uur.”

De afscheidsdienst van Emily wordt gehouden in de Homestead. 1 Korintiërs 15, een hoofdstuk waar Emily van hield wordt voorgelezen. Thomas Higginson leest het gedicht “Last Lines” van Emily Brontë. Op haar eigen verzoek komt ze in een witte kist te liggen, aangekleed in een wit flanellen gewaad, versierd met geurende gardenia, een oranjekleurige orchidee en blauwe veldviooltjes. Ze wordt begraven naast haar ouders op West Street Cemetery in Amherst en op de grafsteen staat ook “Called Back.”

Emily Dickinson heeft al haar gedichten bewaard in een hutkoffer van Margaret Maher. Ze wil dat na haar dood haar papieren verbrand worden. Dat is gelukkig niet gebeurd. Wel verbrandt haar zus Vinnie de brieven die zij gevonden heeft. Tot nu toe zijn ongeveer 1800 gedichten en ruim 1300 brieven bewaard gebleven. Daarbij inbegrepen de gedichten en brieven die zij naar familie en vrienden gestuurd heeft. Aangenomen wordt dat de bewaarde brieven ongeveer een tiende van haar correspondentie is.

1890
en
later
Vinnie Dickinson en Mabel Todd beginnen met het verzamelen van de gedichten. Zij typen de handgeschreven bladen uit. Daarbij wijzigen ze de interpunctie, brengen titels aan en herordenen de strofen. Mabel Todd en Thomas Higginson publiceren de eerste bundel van haar gedichten in 1890: Poems. In 1894 volgt een eerste uitgave van de brieven door Mabel Loomis Todd. Daarna worden meer gedichtenbundels gepubliceerd.

Pas in 1955 verschijnt een volledige uitgave van haar poëzie onder leiding van Thomas Johnson, zonder de latere correcties. Drie jaar later publiceren Thomas Johnson en Theodora Ward ook een volledige uitgave van haar brieven. In 1998 verschijnt een tekstkritische uitgave met alle varianten onder leiding van Ralph Franklin. In 2024 verschijnt nog een herziene versie van al haar brieven, uitgegeven door Cristanne Miller en Domhnall Mitchell.