Van Emily Dickinson zijn ongeveer 1800 gedichten bewaard gebleven. Zelf sprak zij van ‘haar bloemen’ die ze aan de wereld gaf. Voor wie minder bekend is met haar poëzie heb ik een korte bloemlezing gemaakt: een keuze uit haar werk met een toelichting, hoe ik haar bloemen lees.

Een van haar bekendste gedichten geeft meteen aan waar het Emily Dickinson om te doen is. Ze wil de lezer(es) verrassen, laten zien dat er veel meer mogelijk is dan je verwachten mag.

I dwell in Possibility –
A fairer House than Prose –
More numerous of Windows –
Superior – for Doors –

Of Chambers as the Cedars –
Impregnable of Eye –
And for an Everlasting Roof
The Gabels of the Sky –

Of Visitors – the fairest –
For Occupation – This –
The spreading wide my narrow Hands
To gather Paradise –

F466/J657/1862

Ik woon in Mogelijkheid –
Een mooier Huis dan Proza –
Veel rijker aan Ramen –
En met nog meer – Deuren –

Met Kamers als Cederbomen –
Waar het oog niet binnendringt –
En haar Dak dat Eeuwig duurt
Is het Koepelgewelf van de Lucht –

En de Bezoekers – zijn de mooiste –
Wat mij Bezighoudt – is Dit –
Mijn smalle Handen wijd uitspreiden
Om het Paradijs te vergaren –

Emily Dickinson geeft haar gedichten geen titel. Daarmee voorkomt ze dat de lezer/es een bepaalde richting wordt gewezen. Het versterkt de mogelijkheden bij het zoeken naar meerdere betekenissen achter haar woorden. Vaak is de eerste regel meteen raak. Ze verrast voortdurend met haar scherpe intuïties en ‘onmogelijke’ analyses. Uit de gedichten spreekt een ongelooflijk talent voor verwonderen. Met eenvoud schrijft ze over de geheimen van het leven. Daardoor krijgen veel gedichten ook een universele, of spirituele en mystieke betekenis.

Four Trees – upon a solitary Acre –
Without Design
Or Order, or Apparent Action –
Maintain –

The Sun – upon a Morning meets them –
The Wind –
No nearer Neighbor – have they –
But God –

The Acre gives them – Place –
They – Him –
————Attention of Passer by –
Of Shadow, or of Squirrel, haply –
Or Boy –

What Deed is Theirs unto the General Nature –
What Plan
They severally – retard – or further –
Unknown –

F778/J742/1863

Vier Bomen – op een verlaten Veld –
Zonder Ontwerp
Of Opdracht, of Aanwijsbare Actie –
Ze Houden vol –

De Zon – komt hen tegemoet in de Ochtend –
De Wind –
Een Buur meer nabij – hebben zij niet –
Behalve God –

Het Veld geeft hen – Ruimte –
Zij – aan Hem –
————de Aandacht van een Voorbijganger –
Van een Schaduw, of Eekhoorn, misschien –
Of een Kind –

Wat Hun Nut is voor de Natuur in ’t Algemeen –
Welk Plan
Zij elk afzonderlijk – vertragen – of versnellen –
Blijft onbekend –

Misschien wekt de tekst de indruk alsof de zinnen niet goed lopen. Dat heeft met de eigen stijl van Emily Dickinson te maken. Haar poëzie was baanbrekend voor de tijd waarin zij leefde. Haar rijm bekommert zich niet om de traditionele rijmschema’s en klinkt heel modern.

I heard a Fly buzz – when I died –
The Stillness in the Room
Was like the Stillness in the Air –
Between the Heaves of Storm –

The Eyes around – had wrung them dry –
And Breaths were gathering firm
For that last Onset – when the King
Be witnessed – in the Room –

I willed my Keepsakes – Signed away
What portion of me be
Assignable – and then it was
There interposed a Fly –

With Blue – uncertain – stumbling Buzz –
Between the light – and me –
And then the Windows failed – and then
I could not see to see–

F591/J465/1863

Ik hoorde een Vlieg zoemen – toen ik stierf –
De Stilte in de Kamer
Was als de Stilte in de Lucht –
Tussen Stormvlagen door –

Rond de Ogen – was het al drooggewreven –
En Adem verzamelde haar kracht
Voor dat laatste Optreden – als de Vorst
Zich laat zien – in de Kamer –

Ik liet mijn Herinneringen na – Vermaakte
Dat deel van mij dat
Van waarde was – en toen gebeurde het
Dat een Vlieg tussenbeide kwam –

Met Blauw – onzeker – stamelend Gezoem –
Tussen het licht – en mij –
En toen weigerden de Vensters – en toen
Kon ik het zien niet meer zien –

Emily Dickinson speelt letterlijk met taal en gebruikt de mogelijkheden van woorden. Ze laat ze ook weg om meer te spreken. Ze houdt zich niet een de juiste tijden en vervoegingen ((bijv. “be” in plaats van “is” of “are”). Ze gebruikt enkelvoud waar meervoud verwacht wordt (bijv. talloze vlinders worden “countless butterfly”). Lastig is dat ze bijna geen punten, komma’s of andere leestekens gebruikt, wel vaak liggende streepjes. Dat geeft het initiatief aan de lezer/es om zinsdelen wel of juist niet met elkaar te verbinden. Alleen de versregels hebben hoofdletters, zinnen niet en belangrijke woorden weer wel. De stiltes in haar zinnen – vaak bij het liggend streepje – zijn even sprekend als haar woorden. En ze dicht geen woord te veel.

To make a prairie it takes a clover and one bee,
One clover, and a bee,
And revery.
The revery alone will do,
If bees are few.

F1779/J1755/Jaartal onbekend

Een wei maak je met klaver en één bij,
Eén klaver, en ’n bij,
En mijmerij,
Mijmeren alleen is voldoende,
Bij weinig bij.

Emily Dickinson schreef haar gedichten op kladblaadjes en losse schriftpagina’s. Uit de blaadjes die bewaard zijn gebleven, kunnen we afleiden dat zij eerst verschillende woorden, uitdrukkingen, beelden en woorden verzamelde. En vervolgens daaruit een keuze maakte.

If I can stop one Heart from breaking,
I shall not live in Vain
If I can ease one Life the Aching,
Or cool One pain,

Or help one fainting Robin
Unto his Nest again,
I shall not live in Vain.

F982/J919/1865

Als ik één hart behoed voor breken
Leef ik niet voor Niets
Als ik het Leed van één Leven verlicht
Of bij één de Pijn verzacht,

Of één gevallen Roodborst
Weer terug in zijn Nest kan helpen,
Leef ik niet voor Niets.

Voor Emily Dickinson bestaat er een voortdurende en wederzijdse samenhang tussen mens en natuur, samenleving en God. Haar gedichten noemt ze niet alleen haar bloemen, maar zij zijn het ook. Bij een begrafenis is haar gedicht voor de overledene ook de bloem voor de dierbare. Menselijke psychologie verdiept ze door het te zien als een natuur-gebeuren. Haar trouwe hond klimt tegen haar ziel. Voor wat er in de samenleving gebeurt (van diefstal tot burgeroorlog) vindt ze woorden. Voor hoe God zich tot de mens moet verhouden. Voor haar eigen liefdesleven, kracht en onmacht.

It’s all I have to bring today –
This, and my heart beside –
This, and my heart, and all the fields –
And all the meadows wide –
Be sure you count – sh’d I forget
Some one the sum could tell –
This, and my heart, and all the Bees
Which in the Clover dwell.

F17/J26/1858

Alles wat ik te brengen heb vandaag is het –
Dit, en mijn hart erbij –
Dit, en mijn hart, en alle velden –
En al de uitgestrekte weilanden –
Tel ze maar – mocht ík vergeten
Iemand het aantal te vertellen –
Dit, en mijn hart, en alle Bijen
Die in het Klaver wonen.

Natuur is veel meer dan verbeelding. De dichter gaat echt in gesprek met bloemen en planten, met vogels en dieren. Zij leren over de geheimen van het leven. Emily Dickinson doet dat niet op een zweverige, esoterische of dogmatische wijze. Zij dicht met gezond verstand, met eenvoudige beelden die de natuur haar geeft. Vaak geeft zij haar gedichten ook een vleug van humor mee. Met een bijna onmogelijke wending.

A brief, but patient illness –
An hour to prepare –
And one below, this morning
Is where the angels are –
It was a short procession –
The Bobolink was there –
An aged Bee addressed us –
And then we knelt in prayer –
We trust that she was willing –
We ask that we may be.
Summer – Sister – Seraph!
Let us go with thee!

F22/J18/1858

Een kort, maar geduldig ziekbed –
Eén uur om je voor te bereiden –
En vanmorgen, is een van hier beneden,
Waar de engelen zijn –
Het was een korte stoet –
De Troepiaal was erbij –
Een bejaarde Bij sprak ons toe –
En toen knielden wij in gebed –
We vertrouwen erop dat ze bereid was –
We vragen dat wij het mogen zijn.
Zomer – Zuster – Serafijn!
Laat ons met u meegaan!

Emily Dickinson dicht met scherpe toon. Bijna spottend, met de bejaarde bij en een zangvogel die de uitvaart verzorgen. De Drie-eenheid van zomer, zuster en serafijn. En de zegen in de naam van de bij, de vlinder en het briesje. Met deze confronterende beelden dicht zij over haar spirituele relatie met de natuur. Maar dat geldt ook voor andere thema’s uit haar tijd: relaties, positie van vrouwen, kindersterfte, armoede, Amerikaanse burgeroorlog, enzovoort.

My Triumph lasted till the Drums
Had left the Dead alone
And then I dropped my Victory
And chastened stole along
To where the finished Faces
Conclusion turned on me
And then I hated Glory
And wished myself were They.

What is to be is best descried
When it has also been –
Could Prospect taste of Retrospect
The Tyrannies of Men
Were Tenderer, diviner
The Transitive toward –
A Bayonet’s contrition
Is nothing to the Dead –

F1212/J1227/1871

Mijn Triomf duurde tot de Trommels
De Doden met rust hadden gelaten
En toen gaf ik mijn Overwinning op
En verslagen dwaalde ik langs de plek
Waar de gestorven Gezichten
Mij tot een Conclusie brachten
Toen haatte ik de Glorie
En wenste dat ik Hen was.

Wat er zal zijn is het beste te ontwaren
Als het ook geweest is –
Kon de Toekomst zich aan het Verleden toetsen
De Menselijke Tirannie
Zou Liefdevoller, goddelijker zijn
Op weg naar het Heengaan –
Stelt voor de Doden
Het berouw van een Bajonet niets voor –

De bondigheid lijkt wel de twitterversie van 1860. Het versterkt de zeggingskracht. Het ritme van de zinnen gaat terug op de Engelse kerkzang en dringt in de diepe lagen van het binnenste. Een ritme wat trouwens bijna onmogelijk over te zetten is in de Nederlandse taal. Een van haar bekendste gedichten laat zien hoe de combinatie van inhoud, taal en ritme tot verrassende wendingen kan leiden.

“Hope” is the thing with feathers –
That perches in the soul –
And sings the tune without the words –
And never stops – at all –

And sweetest – in the Gale – is heard –
And sore must be the storm –
That could abash the little Bird
That kept so many warm –

I’ve heard it in the chillest land –
And on the strangest Sea –
Yet, never, in Extremity,
It asked a crumb – of Me.

F314/J254/1862

“Hoop” is het ding met veren –
Dat neerstrijkt in de ziel –
Een wijsje zingt zonder woorden –
En nooit helemaal – stopt –

Het lekkerste – klinkt zij – bij harde Wind –
En zwaar moet de storm zijn –
Die het Vogeltje het zwijgen oplegt
Dat zovelen warm hield –

Ik hoorde haar in de koudste streken –
En op de verste Zee –
Toch, nooit, ook niet in hoogste Nood,
Vroeg zij een kruimel – van Mij.

Het werk van Emily Dickinson klinkt heel modern. Veel onderwerpen zijn nog steeds actueel (euthanasie, milieu). Haar eigenzinnige opvattingen zijn uitdagend. Zo schrijft ze in 1860 (!) genderneutraal.Heel bijzonder is dat zij veel symboliek uit de cultuur van vrouwen gebruikt (weven, naaigerij, dameshoeden enzovoort).

The right to perish might be thought
An undisputed right
Attempt it, and the Universe
Upon the opposite
Will concentrate its officers –
You cannot even die
But nature and mankind must pause
To pay you scrutiny –

F1726/J1692/Jaartal onbekend

Het recht om te sterven lijkt
Een onweersproken recht
Probeer het, en de Schepping
Zal aan de andere kant
Haar officieren in stelling brengen –
Je kunt niet zomaar doodgaan
Of mens en natuur moeten even stilhouden
Om U nauwkeurig na te kijken –

Vaak worden de gedichten van Emily Dickinson getypeerd als ingewikkelde raadsels. Van de lezer/es vragen zij zeker de nodige overdenking en inleving. Niet vreemd dat er zoveel studies over haar werk zijn geschreven. Juist het mysterieuze van haar poëzie heeft veel aantrekkingskracht voor literaire wetenschappers, psychologen, filosofen en theologen.

Much Madness is divinest sense –
To a discerning Eye –
Much Sense – the starkest madness –
‘Tis the Majority
In this, as all, prevail –
Assent – and you are sane –
Demur – you’re straightway dangerous –
And handled with a Chain –

F620/J435/1863

Veel Gekkigheid is de goddelijkste logica –
Voor een kritisch oog –
Veel Logica – de meest absolute waanzin –
Het is de Meerderheid
Die in deze, zoals in alles, bepalend is –
Stem in – en je bent gezond –
Maak bezwaar – ben je meteen gevaarlijk –
En wordt aan een Ketting gelegd –

Het wonder van de natuur is voor Emily Dickinson het grote mysterie dat naar het hemelse paradijs verwijst, naar God. Vanuit haar protestantse achtergrond benoemt zij die als Schepper en Vader. Van huis uit vertrouwd met de christelijke thema’s verbindt ze die op heel eigenzinnige wijze met haar eigen ervaringen en opvattingen. Zij neemt daarbij geen blad voor de mond. Zo spreekt zij over God ook als een inbreker of bankier (“Hebt u een jurk aan?).

The murmur of a Bee
A Witchcraft – yieldeth me –
If any ask me why –
‘Twere easier to die –
Than tell –

The Red opon the Hill
Taketh away my will –
If anybody sneer –
Take care – for God is here –
That’s all.

The Breaking of the Day
Addeth to my Degree –
If any ask me how –
Artist – who drew me so –
Must tell!

F217/J155/1861

Het gonzen van een Bij
Bezorgt mij – Hekserij –
Vraagt iemand mij waarom –
’t Is makkelijker te sterven –
Dan het uitleggen –

Het Rood op de Heuvel
Maakt mij willoos –
Als iemand daarom lacht –
Pas op – want hier is God –
Da’s alles.

Het Aanbreken van de Dag
Verhoogt mijn Staat van Bewustzijn –
Vraagt iemand hoe dat kan –
De Kunstenaar – die mij zo ontwierp –
Moet het zeggen!

Emily Dickinson moet ongetwijfeld een eigenzinnige vrouw geweest zijn. Van beroep wil zij dichter worden, maar haar gedichten mogen in geen geval gepubliceerd worden. Van trouwen met een man zoals in haar tijd gebruikelijk was voor een jonge vrouw, wilde ze niets weten. Misschien houdt ze meer van vrouwen. Bijna altijd is zij in het wit gekleed, als een vrouwelijke druïde. Over haar persoonlijk leven laat ze erg weinig los. Vanuit haar huis en tuin leidt ze een teruggetrokken bestaan. Ze selecteert streng wie bij haar op bezoek kan komen. Rond zo’n persoon worden gemakkelijk allerlei mythes gemaakt. Een leven lang schrijft ze lhartstochtelijke liefdesgedichten aan haar vriendin Susan Dickinson (“Dollie”). Haar geliefde die met haar broer trouwt en naast haar gaat wonen.

Distance – is not the Realm of Fox
Nor by Relay of Bird
Abated – Distance is
Until thyself, Beloved.

F1128/J1155/1866

Afstand – is geen Domein van de Vos
Noch wordt het door Trekvogels
Verkleind – Afstand is
Naar jou, mijn Liefste.

Van kinds af aan groeit Emily Dickinson op binnen de protestantse omgeving en puriteinse cultuur van New England. Zij is gelovig opgevoed en in haar studie raakt zij geïnteresseerd in bijbel en christelijke theologie. Toch besluit zij rond haar dertigste om niet meer naar de kerkgemeenschap te gaan. In de protestantse gemeenschap van Amherst waar zij woont en in haar tijd zullen al die eigen keuzes niet gemakkelijk geweest zijn.

Some keep the Sabbath going to Church –
I keep it, staying at Home –
With a Bobolink for a Chorister –
And an Orchard, for a Dome –

Some keep the Sabbath in Surplice –
I just wear my Wings –
And instead of tolling the Bell, for Church,
Our little Sexton – sings.

God preaches, a noted Clergyman –
And the sermon is never long,
So instead of getting to Heaven,
———at last –
I’m going, all along.

F236/J324/1861

Zij vieren Sabbat, door naar de Kerk te gaan –
Ik vier het, door Thuis te blijven –
Met een Troepiaal als Voorzanger –
En een Boomgaard als Kathedraal –

Zij vieren Sabbat in Koorhemd –
Ik sla gewoon mijn Vleugels uit –
In plaats van de kerkklok te luiden
Zingt – onze kleine Koster.

God preekt er, een Predikant van naam –
En de preek duurt nooit lang
Dus in plaats van naar de Hemel te gaan,
———op het laatst –
Ben ik al heel lang, aan het gaan!

Opvallend is dat het afstand nemen van de kerkgemeenschap, zeker niet tot een afkeer van het christelijk geloof leidt. Alsof ze steeds dichter bij de “pit” van de christelijke waarden komt. En juist dan haar openheid voor ervaringen van het goddelijke vergroot. Daarbij schuwt zij de haar vertrouwde christelijke symbolen niet. Deze ontwikkeling maakt haar gedichten interessant voor onze tijd, waarin velen afstand nemen van kerkelijke organisaties, maar wel interesse hebben in christelijke spiritualiteit.

My period had come for Prayer –
No other Art – would do –
My Tactics missed a rudiment –
Creator – Was it you?

God grows above – so those who pray
Horizons – must ascend –
And so I stepped upon the North
To see this Curious Friend –

His House was not – no sign had He –
By Chimney – nor by Door –
Could I infer his Residence –
Vast Prairies of Air

Unbroken by a Settler –
Were all that I could see –
Infinitude – Had’st Thou no Face
That I might look on Thee?

The Silence condescended –
Creation stopped – for Me –
But awed beyond my errand –
I worshipped – did not “pray” –

F525/J564/1863

Mijn periode voor Gebed was gekomen –
Geen ander Werk – zou voldoen –
Mijn Methoden misten een basis –
Schepper – Was u dat?

Daarboven groeit God op – dus zij die bidden
Moeten Horizonnen – bestijgen –
En zo stapte ik op het Noorden af
Om deze Vreemde Vriend te ontmoeten –

Zijn huis was er niet – geen teken van Hem –
Geen Schoorsteen – of Deur –
Waaruit ik zijn Verblijfplaats kon opmaken –
Uitgestrekte Luchtweiden

Door geen Kolonist verstoord –
Waren alles wat ik kon zien –
Oneindigheid – Hebt Gij geen Gezicht
Dat ik naar U kan kijken?

Een instemmende Stilte –
De Schepping stond stil – voor Mij –
Maar overweldigd voorbij mijn missie –
Was ik in gebed – “bad ” niet –

Een goot deel van de gedichten gaat over de prachtige natuur van New England. Met haar hond Carlo maakt ze lange wandeltochten. En haar werk thuis bestaat uit de tuin. Haar geliefde vogels zijn de roodborst en de troepiaal (“bobolink”).

No Bobolink – reverse His Singing
When the only Tree
Ever He minded occupying
By the Farmer be –

Clove to the Root –
His Spacious Future –
Best Horizon – gone –
Whose Music be His
Only Anodyne –
Brave Bobolink –

F766/J755/1863

Geen Troepiaal – stopt met Zingen
Wanneer de enige Boom
Die Hij zeker van plan was te bezetten
Door de boer wordt –

Omgehakt met Wortel en al –
Zijn Riante Toekomst –
De mooiste Horizon – weg –
Voor Hem is Muziek
Zijn enige Pijnstiller –
Dappere Troepiaal –

Een van haar bekende stijlvormen is het ‘spiegelen’. Ze keert vertrouwde beelden om. Een dier praat met de mens. Een bloem draagt een dameshoedje. Dat vraagt van de lezer/es ook om de wereld van een andere kant te bekijken. Van meerdere kanten.

We learned the Whole of Love –
The Alphabet – the Words –
A Chapter – then the mighty Book –
Then – Revelation closed –

But in Each Other’s eyes
An Ignorance beheld –
Diviner than the Childhood’s –
And each to each, a Child –

Attempted to expound
What Neither – understood –
Alas, that Wisdom is so large –
And Truth – so manifold!

F531/J568/1863

We leerden Alles over Liefde –
Van A tot Z – de Woorden –
Een Hoofdstuk – en toen het machtige Boek –
En toen – Openbaring afgesloten –

Maar in Elkaars Ogen
Zagen wij Iets Ongeweten –
Goddelijker dan uit de Kindertijd –
Een Kind te zijn, voor elkaar –

We probeerden uit te leggen
Wat geen van beiden – begreep –
Helaas, die Wijsheid is zo enorm
Waarheid – heeft zoveel kanten!

De gedichten mochten onder geen voorwaarde gepubliceerd worden. Dat vond ze uitverkoop van de menselijke geest. De enkele keer dat het (buiten haar weten) toch gebeurt is ze furieus. Ook vrienden die haar uitzonderlijke talent onderkennen lukt het niet om haar over te halen. Emily Dickinson bewaart haar werk in schriftjes. Na haar dood in 1886 vindt haar zus Vinnie de gedichten. Samen met vriendinnen worden de teksten overgetypt en deels in 1890 gepubliceerd. De gedichten zijn zonder meer tijdloos. Emily Dickinson dicht niet met abstracte betogen. Vaak zijn het alledaagse, menselijke ervaringen die een groter thema uitwerken.

They say that “Time assuages” –
Time never did assuage –
An actual suffering strengthens
As Sinew do, with age –

Time is a Test of Trouble –
But not a Remedy –
If such it prove, it prove too
There was no Malady –

F861/J686/1864

Ze zeggen dat “Tijd heelt” –
Tijd heeft nog nooit geheeld –
Echt lijden wordt sterker
Gelijk Pezen taaier worden, mettertijd –

Tijd is een Test hoe Erg het is –
Maar geen Remedie –
Zou het werken, dan bewijst het ook
Dat er geen Lijden was –

Haar wordt wel verweten dat zij een naïeve en te romantische kijk op het leven had. Soms roept een enkel gedicht een sfeer van keukenwijsheden op. Alsof Emily Dickinson levenslessen wil geven, bestemd voor Delftsblauwe tegeltjes. Ook dat typeert haar werk; een combinatie van raadselachtige beelden en eenvoud van zeggingskracht.

Tell all the Truth but tell it slant –
Success in Circuit lies
Too bright for our infirm Delight
The Truth’s superb surprise
As Lightning to the Children eased
With explanation kind
The Truth must dazzle gradually
Or every man be blind –

F1263/J1129/1872

Vertel heel de Waarheid maar doe het terloops –
Met Omwegen komt zij uit
Te heftig voor ons kwetsbare Geluk
Is de Waarheid die plotseling verrast
Zoals bij Bliksem vriendelijke uitleg
Kinderen geruststelt
Moet Waarheid stap voor stap overrompelen
Want anders maakt zij blind –

Of het volgende, bekende gedicht van haar:

Who has not found the Heaven – below –
Will fail of it above –
For Angels rent the House next our’s,
Wherever we remove –

F1609/J1544/1883

Wie de Hemel niet vond – hier beneden –
Zal hem boven mislopen –
Want Engelen huren het Huis naast ons,
Waarheen we ook verhuizen –

Tenslotte: jammer blijft dat we ondanks haar brieven en gedichten zo weinig weten over Emily Dickinson zelf. Ze heeft ervoor gekozen een gesloten boek te zijn. Alleen indirect, uit haar gedichten en brieven, kunnen we de mythe rond haar persoon enigszins ontsluieren. Dit laatste gedicht van deze korte bloemlezing stuurde ze naar haar hartsvriendin.

To see her is a Picture –
To hear her is a Tune –
To know her an Intemperance
As innocent as June –
To know her not – Affliction –
To own her for a Friend
A warmth as near as if the Sun
Were shining in your Hand –

F1597/J1568/1883

Haar zien is een Schilderij –
Haar horen is een Lied –
Haar kennen een Luxe
Zo onschuldig als Juni –
Haar niet kennen – Kwelling –
Haar hebben als Vriendin
Een warmte haast alsof de Zon
Op je Hand scheen –