Emily Dickinson schrijft haar gedichten op losse vellen papier en bundelt ze zelf tot schriftjes. Ze zijn voor haarzelf en voor goede vriendinnen en vrienden. Niet bestemd voor publicatie. Ze spreekt zelfs af dat ze na haar dood vernietigd moeten worden. Gelukkig is dat niet gedaan. De manuscripten laten een eigen stijl van schrijven zien. Dat vraagt om enige uitleg.
De originele tekst
Is genomen uit de editie van R. Franklin, The Poems of Emily Dickinson uit 1998. Deze editie is gekozen omdat ze tevens de alternatieve woorden en regels (varianten) bevatten. Naast gedichten zijn ook ruim 1300 brieven van Emily Dickinson bewaard gebleven. Vermoedelijk zijn diverse prozateksten uit de brieven ook als gedicht geschreven en enkele daarvan zijn toegevoegd. Voor de brieven is de meest recente editie gebruikt van Cr. Miller en D. Mitchell, The Letters of Emily Dickinson uit 2024.
De eigenzinnige stijl
van Emily Dickinson speelt met woorden en zinnen. Haar creatieve fantasie richt zich ook op haar taalgebruik. Ze verzint eigen woorden of past bestaande woorden aan. Op indringende wijze worden woorden met elkaar verbonden. Zo voel je de morgen of de lucht die golft. De zinsbouw is sterk gecondenseerd, ver-dicht. De vertaling tracht recht te doen aan deze beknoptheid. Regels beginnen met een hoofdletter, maar zinnen vaak niet! Hoofdletters geven aan welke woorden belangrijk zijn. Leestekens ontbreken vaak. De vertaling volgt deze eigenzinnige wijze van schrijven.
De streepjes in de versregels
hebben meestal de functie van pauzetekens, zoals in de muziek. Om de lezer ruimte te geven voor wat achter de woorden schuilt en voor stilte die spreekt. Soms nemen ze de plaats in van een leesteken.
Varianten
maken een wezenlijk deel uit van een gedicht. In haar manuscripten biedt Emily Dickinson vaak alternatieven voor woorden of zinnen. Zij staan boven of onder de woorden, of in de kantlijn. Zij maken een wezenlijk onderdeel uit van het gedicht en kunnen de betekenis nuanceren of wijzigen. De lezer krijgt een keuze voorgeschoteld. Kleine varianten zijn weggelaten.
Ritme en rijm
zijn in de vertaling losgelaten. Een belangrijk aspect van poëzie is muzikaliteit die in ritme en rijm doorklinken. In haar gedichten zijn de melodieën van kerkliederen te horen. Het ritme van haar versregels kent een staccato cadans. Het is niet gelukt om deze kracht van haar poëzie naar het Nederlands om te zetten, tegelijk met de diepe betekenis van haar woorden.
Een titel
hebben de gedichten niet. Gangbaar is om daarvoor de eerste versregel te gebruiken. De index gebruikt de eerste regel van de Amerikaans-Engelse tekst.
Nummering en datering
worden onder elk gedicht aangegeven. Gebruikelijk is om de gedichten te nummeren volgens de indeling van T. Johnson uit 1955 (aangeduid met J) of die van R. Franklin uit 1986 (F). Gedichten uit haar brieven krijgen het nummer volgens de indeling van C. Miller en D. Mitchell uit 2024 (L). Voor datering wordt de indeling van R. Franklin gevolgd. Gedichten die niet gedateerd kunnen worden zijn als laatste toegevoegd.
Het Amerikaans-Engels
van rond 1850 komt niet altijd overeen met de huidige taal. In 1828 publiceert Noah Webster een woordenboek van de Engelse volkstaal in Amerika. Emily Dickinson vertrouwt zelf op dit lexicon (American Dictionary of the English Language, in de uitgave van 1844). Vandaar dat voor de vertaling dit lexicon regelmatig nageslagen is. Waar nodig wordt dit toegelicht.
Beknopte toelichting
wordt waar nodig gegeven bij de vertaling. De context is soms vereist om een gedicht te kunnen begrijpen. Incidenteel wordt een mogelijke uitleg bij een gedicht gegeven. Bijvoorbeeld waar het Amerikaans–Engels afwijkt of waar de christelijke context het gedicht verduidelijken kan.