A feather from the Whippoorwill
Pine Bough –
A feather from the Whippowill
That everlasting sings!
Whose Galleries are Sunrise –
Whose Stanzas – the Springs –
Whose Emerald Nest – the Ages spin
Of mellow – murmuring Thread –
Whose Beryl Egg, what Schoolboys hunt –
In “Recess”, Overhead!
F208/J161/1861
Dennentak –
Een veer van de Nachtzwaluw
Die onophoudelijk blijft zingen!
Haar Galerijen zijn de Dageraad –
Haar Strofen – de Lentes –
Haar Smaragden Nest – spint Eeuwen –
Met zachte – ruisende Draad –
Haar Groene Ei – Schooljongens jagen er op –
In de “Vakantie”, Daarboven!
“Beryl”: kristallen, vaak licht- of blauwgroen.
Een van de drie gedichten met een titel. Het gedicht is samen met witte dennen naar Samuel Bowles gestuurd. De lange witte naalden hebben wel iets van de veer van de zwaluw.
Variant voor “Stanzas” (regel 4): “Opera”.