A narrow Fellow in the Grass
A narrow Fellow in the Grass
Occasionally rides –
You may have met Him – did you not
His notice sudden is –
The Grass divides as with a Comb –
A spotted shaft is seen –
And then it closes at your feet
And opens further on –
He likes a Boggy Acre
A Floor too cool for Corn –
Yet when a Boy, and Barefoot –
I more than once at Noon
Have passed, I thought, a Whip lash
Unbraiding in the Sun
When stooping to secure it
It wrinkled and was gone –
Several of Nature’s People
I know, and they know me –
I feel for them a transport
Of cordiality –
But never met this Fellow,
Attended, or alone
Without a tighter breathing
And Zero at the Bone –
F1096/J986/1865
Een dunne Slungel in het Gras
Maakt daar af en toe een ritje –
Misschien heb je Hem wel gezien – of niet
Opeens meldt hij zich –
Verdeelt het Gras als met een Kam –
Je ziet een gevlekte schacht –
Die hier voor je voeten sluit
En zich verderop opent –
Hij houdt van Drassig Land
Grond te koud voor Graan –
Maar als Jochie, op Blote Voeten –
Kwam ik daar vaker rond de Middag
Iets tegen, dat op een Zweep leek
Die zich uitrekt in de Zon
Als ik bukte om het vast te pakken
Rimpelde hij en weg was hij –
Vrij veel Volk van de Natuur
Ken ik, en het kent mij –
Ik koester voor hen een warm,
Hartelijk gevoel –
Maar nooit zag ik die Slungel
Met anderen, of alleen
Of ik moest naar adem snakken
En werd Koud tot op het Been –