All overgrown by cunning moss
All overgrown by cunning moss,
All interspersed with weed,
The little cage of “Currer Bell”
In quiet “Haworth” laid.
This Bird – observing others
When frosts too sharp became
Retire to other latitudes –
Quietly did the same –
But differed in returning –
Since Yorkshire hills are green –
Yet not in all the nests I meet –
Can Nightingale be seen –
Or,
Gathered from many wanderings –
Gethsemane can tell
Thro’ what transporting anguish
She reached the Asphodel!
Soft fall the sounds of Eden
Upon her puzzled ear –
Oh what an afternoon for Heaven,
When “Bronte” entered there!
F146/J148/1860
Helemaal begroeid met schattig mos,
Het geheel afgewisseld met onkruid,
Is de kleine kist van “Currer Bell”
In het rustige “Haworth” bijgezet.
Deze Vogel – observeerde andere
Die bij te strenge vorst
Wegtrokken naar een ander klimaat –
En deed stilletjes hetzelfde –
Maar haar terugkeer was anders –
Sinds de heuvels van Yorkshire groen zijn –
Is in geen van de nesten die ik tegenkom –
De Nachtegaal nog gezien –
Ofwel,
Verwelkomd na vele omzwervingen –
Mag Gethsemane vertellen
Met welke doorstane angsten
Zij de Hemel bereikte!
Zacht valt het geluid van Eden
Op haar verbouwereerde oren –
Oh wat een middag voor de Hemel,
Toen “Brontë” daar binnentrad!
“Currer Bell”: pseudoniem van Charlotte Brontë (1816-1855). Zij publiceerde haar roman Jane Eyre onder de mannennaam Currer Bell, omdat zij als vrouw niet kon publiceren. Ze woonde in Haworth, New Yorkshire (Engeland). Emily Dickinson heeft grote bewondering voor. Haar hond Carlo is vernoemd naar een van de hoofdpersonen uit haar boeken.
“Or” – in de bundels staan de volgende twee strofen als alternatieven voor strofe 2 en 3.
“Gethsemane”: de berg waar Jezus in de nacht voor zijn kruisiging verbleef en bad voor de zonden van de mensheid.
“Asphodel”: affodil. Volgens de Griekse mythologie groeit deze bloem in het Elysium. Vandaar staat ze voor de hemel.
“Eden”: hof van Eden (zie lexicon).