Conscious am I in my Chamber
Conscious am I in my Chamber –
Of a shapeless friend –
He doth not attest by Posture –
Nor Confirm – by Word –
Neither Place – need I present Him –
Fitter Courtesy
Hospitable intuition
Of His Company –
Presence – is His furthest license –
Neither He to Me
Nor Myself to Him – by Accent –
Forfeit Probity –
Weariness of Him, were quainter
Than Monotony
Knew a Particle – of Space’s
Vast Society –
Neither if He visit Other –
Do He dwell – or Nay – know I –
But Instinct esteem Him
Immortality –
F773/J679/1863
In mijn Kamer ben ik me bewust –
Van een vriend zonder vorm –
Hij geeft geen verklaring voor zijn Figuur
Evenmin een uitleg – Verbaal –
Ook geen Plaats – hoef ik Hem aan te bieden –
Beleefdheid past beter bij
Het gastvrije aanvoelen
Van Zijn Gezelschap –
Aanwezig zijn – is Zijn hoogste bevoegdheid –
Noch Hij voor Mij
Noch Ik voor Hem – wil door te Spreken –
Afdoen aan de Echtheid ervan –
Hem beu worden, zou vreemder zijn
Dan de Eentonigheid
Die een Deeltje kent – van de Oneindige
Uitgestrektheid van de Ruimte –
Ook weet ik niet als Hij Anderen bezoekt –
Of Hij daar gaat wonen – of juist Niet –
Maar mijn aanvoelen ziet in Hem
Onsterfelijkheid –
Variant voor “esteem Him” (regel 19): “Report Him” (Noemt Hem).