God gave a Loaf to every Bird
God gave a Loaf to every Bird –
But just a Crumb – to Me –
I dare not eat it – tho’ I starve –
My poignant luxury –
To own it – touch it –
Prove the feat –
————that made the Pellet mine –
Too happy – in my Sparrow’s chance –
For Ampler Coveting –
It might be Famine – all around –
I could not miss an Ear –
Such Plenty smiles upon my Board –
My Garner shows so fair –
I wonder how the Rich – may feel –
An Indiaman – An Earl –
I deem that I – with but a Crumb –
Am Sovereign of them all –
F748/J791/1863
God gaf Brood aan elke Vogel –
Maar slechts een Kruimeltje – voor Mij –
Ik durf het niet te eten – al verhonger ik –
Mijn schrijnende luxe –
Om het te hebben – het aan te raken –
Ervaar het wonder –
————dat het Stukje de mijne maakte –
Te gelukkig – in mijn Mussen-lot –
Voor een Groter Verlangen –
Er kan Hongersnood zijn – overal –
Ik heb geen Korenaar te missen –
Zoveel overvloed lacht er vanaf mijn Bord –
Mijn Voorraadschuur ziet er zo prachtig uit –
Ik vraag me af wat Rijke Mensen – voelen –
Een Miljonair – een Graaf –
Ik vind dat ik – met maar een Kruimel –
Over hen allen Soeverein ben –