“Heaven” – is what I cannot reach!
“Heaven” – is what I cannot reach!
The Apple on the Tree –
Provided it do hopeless – hang –
That – “Heaven” is – to Me!
The Color, on the Cruising Cloud –
The interdicted Land –
Behind the Hill – the House behind –
There – Paradise – is found!
Her teasing Purples – Afternoons –
The credulous – decoy –
Enamored – of the Conjurer –
That spurned us – Yesterday!
F310/J239/1862
“Hemel” – is waar ik niet bij kan!
De Appel aan de Boom –
Mits hij daar hopeloos – hangt –
Dat – is de “Hemel” – voor mij!
De Kleur, op de Wolk die Voorbijtrekt –
Het verboden Land –
Achter de Heuvel – achter het Huis –
Daar – vind je – het Hemels Paradijs!
Zijn irritante Purper – op de Middagen –
Verlokt – de goedgelovigen –
Verliefd – op de Goochelaar –
Die Gisteren nog – ons heeft afgewezen!
“Paradise”: meestal het hemels paradijs.
“Conjurer”: goochelaar. Wie is deze goochelaar? God? Of denkt Emily Dickinson aan haar geliefde vriendin die met haar broer is getrouwd?