I dreaded that first Robin, so
I dreaded that first Robin, so,
But He is mastered, now,
I’m some accustomed to Him grown,
He hurts a little, though –
I thought If I could only live
Till that first Shout got by –
Not all Pianos in the Woods
Had power to mangle me –
I dared not meet the Daffodils –
For fear their Yellow Gown
Would pierce me with a fashion
So foreign to my own –
I wished the Grass would hurry –
So – when ’twas time to see –
He’d be too tall, the tallest one
Could stretch – to look at me –
I could not bear the Bees should come,
I wished they’d stay away
In those dim countries where they go,
What word had they, for me?
They’re here, though; not a creature failed –
No Blossom stayed away
In gentle deference to me –
The Queen of Calvary –
Each one salutes me, as he goes,
And I, my childish Plumes,
Lift, in bereaved acknowledgment
Of their unthinking Drums –
F347/J348/1862
Ik had zo’n schrik, voor die eerste Roodborst,
Maar nu, heb ik Hem onder controle,
Ik ben er al wat aan gewend dat Hij groot is
Toch, doet Hij me nog een beetje zeer –
Ik dacht als ik het maar kon overleven
Tot die eerste Kreet voorbij was –
Geen van de Piano’s in het Bos
Had zo’n kracht om mij plat te drukken –
Narcissen ging ik uit de weg –
Uit angst dat hun Gele Jurken
Mij een mode zouden opdringen
Die zo vreemd was aan mijn eigen –
Ik wenste dat het Gras zich zou haasten –
Zo – dat als het tijd was om te kijken –
Het te lang zou zijn en zo’n langert
Zich moest uitrekken om mij te zien –
Ik kon de komst van de Bijen niet verdragen,
Ik wou dat ze wegbleven
Uit die schemerige landen waar ze heen gaan,
Wat hadden ze mij te zeggen?
Toch zijn ze er; geen schepsel ontbreekt –
Geen Bloem bleef weg
Uit beleefde eerbied voor mij –
De Koningin van de Kruisweg –
Ieder van hen begroet mij, zodra hij komt,
En ik, verhef kinderlijk mijn Pluimen,
Diepbedroefd en dankbaar
Voor hun onbezonnen Geroffel –
Het ligt voor de hand om te vertalen met ‘roodborstje’. Dat klinkt echter te schattig, want de Amerikaanse Roodborstlijster is groter en schichtiger. Hij gedraagt zich meer als een ekster of kauw. Daarom is bij de vertaling gekozen voor het stoere ‘roodborst’.
Vaak verschijnen de eerste roodborstlijsters aan het einde van de winter. Emily Dickinson noemt hen de voorbode van de lente. Deze zangvogel legt blauwe eieren. De blauwe kleur voorkomt dat de zon het ei te snel opwarmt.