I felt a Funeral, in my Brain
I felt a Funeral, in my Brain,
And Mourners to and fro
Kept treading – treading – till it seemed
That Sense was breaking through –
And when they all were seated,
A Service, like a Drum –
Kept beating – beating – till I thought
My Mind was going numb –
And then I heard them lift a Box
And creak across my Soul
With those same Boots of Lead, again,
Then Space – began to toll,
As all the Heavens were a Bell,
And Being, but an Ear,
And I, and Silence, some strange Race
Wrecked, solitary, here –
And then a Plank in Reason, broke,
And I dropped down, and down –
And hit a World, at every plunge,
And Finished knowing – then –
J280/F340/1861
Ik voelde een Uitvaart, in mijn Geest,
Met Rouwenden, af en aan
Die bleven stappen – stappen – tot het
Als echt scheen aan te voelen –
En toen iedereen eenmaal zat,
Was er een Dienst, als een Trom –
Die bleef maar dreunen – dreunen – tot ik dacht
Dat mijn Geest gevoelloos werd –
En toen hoorde ik ze een Kist optillen
Het kraakte dwars door mijn Ziel
Met weer diezelfde Loden Laarzen,
Toen begon de Ruimte – te resoneren,
Alsof de gehele Hemel een grote Klok was,
En het Bestaan niets dan Oor,
En ik, en Stilte, ‘n vreemd Ras,
Gingen er aan kapot, vereenzaamd –
En toen brak het Verstand als een Plank,
En ik viel neer, en neer –
En raakte een Wereld, bij elke buiteling
En toen – wist ik niets meer –