I heard, as if I had no Ear
I heard, as if I had no Ear
Until a Vital Word
Came all the way from Life to me
And then I knew I heard.
I saw, as if my Eye were on
Another, till a Thing
And now I know ’twas Light, because
It fitted them, came in.
I dwelt, as if Myself, were out,
My Body but within
Until a Might detected me
And set my kernel in.
And Spirit turned unto the Dust
“Old Friend, thou knowest me,”
And Time went out to tell the News
And met Eternity.
J1039/F996/1865
Ik kon horen, alsof ik geen oren had
Tot een vitaal woord
Helemaal vanuit het Leven tot mij kwam
Toen wist ik dat ik hoorde.
Ik zag, alsof mijn Oog naar
Iets anders keek, totdat een Ding
Waarvan ik nu weet dat het Licht was, want
Dat paste erbij – binnen kwam.
Ik leefde, alsof Ikzelf erbuiten stond,
Alleen mijn lichaam was erbij
Tot een Macht mij ontdekte
En mijn kern er inzette.
En de Geest wendde zich tot de Stof
“Goede vriend, u kent mij,”
En de Tijd ging buiten het Nieuws vertellen
En ontmoette Eeuwigheid.