I know a place where Summer strives
I know a place where Summer strives
With such a practised Frost –
She – each year – leads her Daisies back –
Recording briefly – “Lost” –
But when the South Wind stirs the Pools
And struggles in the lanes –
Her Heart misgives Her, for Her Vow –
And she pours soft Refrains
Into the lap of Adamant –
And spices – and the Dew –
That stiffens quietly to Quartz –
Upon her Amber Shoe –
F363/J337/1862
Ik weet een plek waar de Zomer
Met zo’n getrainde Vorst strijdt dat –
Hij – elk jaar – zijn Madeliefjes terughaalt –
Met de korte kennisgeving – “Verloren” –
Maar wanneer Zuidenwind de Poelen roert
En zich een weg baant over de Paden –
Gaat zijn Hart twijfelen, aan Zijn Gelofte –
En giet zachte Refreinen
In de schoot van de Harde Grond –
En geuren – en Dauw –
Die stilletjes verstijft tot Kwarts –
Op haar Amberkleurige Schoen –