I never hear that one is dead
I never hear that one is dead
Without the chance of Life
Afresh annihilating me
That mightiest Belief,
Too mighty for the Daily mind
That tilling it’s abyss,
Had Madness, had it once or, Twice
The yawning Consciousness,
Beliefs are Bandaged, like the Tongue
When Terror were it told
In any Tone commensurate
Would strike us instant Dead –
I do not know the man so bold
He dare in lonely Place
That awful stranger – Consciousness
Deliberately face –
F1325/J1323/1874
Ik hoor nooit dat er iemand dood is
Of de loterij van het Leven
Verspeelt opnieuw bij mij
Dat allemachtige Geloof,
Te machtig voor de Simpele geest
Die zijn afgrond cultiveert,
En Gek wordt, als hij zich één of, Twee keer
Het gapend Bewustzijn kreeg,
Geloof is omzwachteld, als de Tong
Kreeg het Verschrikking verteld
Op elke evenredige Toon,
Had het ons meteen neergeveld –
Ik ken geen mens zo dapper
Die op een eenzame Plek het aandurft
Om die geduchte vreemdeling – van het te Weten
Moedwillig het hoofd te bieden –
Varianten:
– “is dead” (regel 1): “has died” (gestorven is);
– voor regel 8: “The Consciousness of this” (Het Bewustzijn hiervan);
– voor “lonely” (regel 14): “Lonesom” (verlaten) en “secret” (heilige);
– voor regel 16: “Look squarely in the Face” (Recht in het Gezicht te kijken).