I never told the buried gold
I never told the buried gold
Opon the hill – that lies –
I saw the sun – his plunder done
Crouch low to guard his prize.
He stood as near
As stood you here –
A pace had been between –
Did but a snake bisect the brake
My life had forfeit been.
That was a wondrous booty –
I hope ’twas honest gained.
Those were the fairest ingots
That ever kissed the spade!
Whether to keep the secret –
Whether to reveal –
Whether as I ponder
“Kidd” will sudden sail –
Could a shrewd advise me
We might e’en divide –
Should a shrewd betray me –
Atropos decide!
F38/J11/1858
Ik vertelde nooit van het begraven goud
Dat op de heuvel – ligt –
Ik zag de zon – en zijn overval gedaan
Dook hij ineen om zijn buit te bewaken.
Hij stond zo dichtbij
Waar jij nu stond.
Een stap breed tussen ons –
Had een slang het kreupelhout gespleten
Was mijn leven al verbeurd.
Dat was een wonderbaarlijke buit –
Hopelijk eerlijk verdiend.
Dat waren de mooiste goudstaven
Die een schop ooit kuste!
Of ik het geheim moet houden –
Of verklappen –
Als ik er even over nadenk
Had “Kidd” meteen de zeilen bijgezet –
Kan een slimmerik mij raad geven
We zouden evengoed kunnen delen –
Mocht die slimmerik me verraden –
Zal Atropos zijn vonnis wijzen!
“Atropos”: schikgodin uit de klassieke mythologie. Zij beschikt over het lot van de mensen.
De zon is een zeerover die zijn prachtige goud plundert (bij zonsondergang?).