I never told the buried gold
I never told the buried gold
Opon the hill – that lies –
I saw the sun – his plunder done
Crouch low to guard his prize.
He stood as near
As stood you here –
A pace had been between –
Did but a snake bisect the brake
My life had forfeit been.
That was a wondrous booty –
I hope ’twas honest gained.
Those were the fairest ingots
That ever kissed the spade!
Whether to keep the secret –
Whether to reveal –
Whether as I ponder
“Kidd” will sudden sail –
Could a shrewd advise me
We might e’en divide –
Should a shrewd betray me –
Atropos decide!
J11/F38/1858
Ik heb nooit verteld van het begraven goud
Dat op de heuvel – ligt –
Ik zag de zon – hij had zijn plundering gedaan
En dook diep ineen om zijn buit te bewaken.
Hij was zo dichtbij
Als jij nu bent.
Een stap breed tussen ons –
Als een slang het grasveld had opengesneden
Was mijn leven al verbeurd.
Dat was een wonderbaarlijke buit –
Ik hoop dat het eerlijk was verkregen.
Dat waren de mooiste goudbaren
Die een schop ooit kuste!
Moet ik dit geheim houden –
Moet ik het verklappen –
Als ik erover nadenk
Zal “Kidd” meteen wegzeilen –
Kon een slimmerik mij raad geven
Zouden we het evengoed kunnen verdelen –
Mocht die slimmerik mij verraden –
Atropos beslist!
“Kidd” is William Kidd, een Schotse piraat die in Londen opgehangen werd nadat hij Engelse Schepen buitgemaakt had.
“Atropos” is een van de drie Schikgodinnen uit de klassieke mythologie. Zij beschikten over het lot van de mensen.
De betekenis van de laatste regels blijft lastig. Misschien zo: Emily Dickinson stelt voor om de gouden buit te verdelen met een slimmerik, maar vreest de dood (het noodlot van Atropos) als deze haar verraadt.]