I never told the buried gold
I never told the buried gold
Opon the hill – that lies –
I saw the sun – his plunder done
Crouch low to guard his prize.
He stood as near
As stood you here –
A pace had been between –
Did but a snake bisect the brake
My life had forfeit been.
That was a wondrous booty –
I hope ’twas honest gained.
Those were the fairest ingots
That ever kissed the spade!
Whether to keep the secret –
Whether to reveal –
Whether as I ponder
“Kidd” will sudden sail –
Could a shrewd advise me
We might e’en divide –
Should a shrewd betray me –
Atropos decide!
F38/J11/1858
Ik vertelde nooit van het begraven goud
Dat op de heuvel – ligt –
Ik zag de zon – en zijn overval gedaan
Dook hij ineen om zijn buit te bewaken.
Het was zo dichtbij
Waar jij nu stond.
Een stap breed tussen ons –
Had een slang het kreupelhout gespleten
Was mijn leven al verbeurd.
Dat was een wonderbaarlijke buit –
Hopelijk eerlijk verdiend.
Dat waren de mooiste goudstaven
Die een schop ooit kuste!
Of ik het geheim moet houden –
Of verklappen –
Als ik er even over nadenk
Had “Kidd” meteen de zeilen bijgezet –
Kan een slimmerik mij raad geven
We zouden evengoed kunnen delen –
Mocht die slimmerik me verraden –
Zal Atropos zijn vonnis wijzen!
“Kidd”: William Kidd (1645 – 1701), een Schotse piraat die in Londen opgehangen werd nadat hij Engelse schepen geplunderd had.
“Atropos” is een van de drie schikgodinnen uit de klassieke mythologie. Zij beschikten over het lot van de mensen.
De zon is een zeerover die zijn prachtige goud plundert (bij zonsondergang?).