I play at Riches – to appease
I play at Riches – to appease
The Clamoring for Gold –
It kept me from a Thief, I think,
For often, overbold
With Want, and Opportunity –
I could have done a Sin
And been Myself that easy Thing
An independent Man –
But often as my lot displays
Too hungry to be borne
I deem Myself what I would be –
And novel Comforting
My Poverty and I derive –
We question if the Man –
Who own – Esteem the Opulence –
As We – Who never Can –
Should ever these exploring Hands
Chance Sovreign on a Mine –
Or in the long – uneven term
To win, become their turn –
How fitter they will be – for Want –
Enlightening so well –
I know not which, Desire, or Grant –
Be wholly beautiful –
F856/J801/1864
Ik speel met Rijkdom – om mijn Verlangen
Naar Goud te stillen –
Het weerhield me een Dief te zijn, denk ik,
Want vaak, onbeschaamd
Voor wat ik Wil en Mogelijk kan –
Had ik Zonde kunnen begaan
En Zelf zo’n zorgeloze Persoon kunnen zijn
Van niemand afhankelijk –
Maar vaak zoals mijn lot aangeeft
Ben ik veel te hebberig
Ik stel me voor hoe ik zou willen zijn –
En Troost mij opnieuw
Uit mijn Armoede en mijzelf komt het voort –
We vragen ons af of Mensen
Die bezit hebben – Weelde Waarderen –
Zoals Wij – die nooit iets hebben –
Mogen ooit deze speurende Handen
Met veel geluk een Goudmijn vinden –
Of op de lange – onvoorspelbare termijn
Aan de beurt komen, om te vergaren –
Veel geschikter zijn ze – voor Verlangen –
Het maakt het zo duidelijk –
Ik weet niet wat, Verlangen, of Vervulling –
Het allermooiste is –
“Clamoring”: roepen, het geroep om, vandaar wat vrijer vertaald met verlangen.
Varianten:
– voor “easy” (regel 7): “distant’ (op zichzelf);
– voor “novel” (regel 12): “so much” (zo sterk);
– voor “their” (regel 20): “my” (mijn);
– voor “they will be” (regel 21): “I shall be” (ben ik).