I taste a liquor never brewed
I taste a liquor never brewed –
From Tankards scooped in Pearl –
Not all the Vats upon the Rhine
Yield such an Alcohol!
Inebriate of Air – am I –
And Debauchee of Dew –
Reeling – thro endless summer days –
From inns of Molten Blue –
When “Landlords” turn the drunken Bee
Out of the Foxglove’s door –
When Butterflies – renounce their “drams” –
I shall but drink the more!
Till Seraphs
———-swing their snowy Hats,
And Saints – to windows run –
To see the little Tippler
Leaning against the – Sun –
J214/F207/1860
Ik proef een drank die nog nooit is gebrouwen –
Uit Kroezen geschept van Parelmoeren –
Alle Vaten langs de Rijn –
Leveren niet zo’n Alcohol op!
Dronken van de Lucht – ben ik –
En Laveloos van de Dauw –
Wankelend – door eindeloze zomerdagen –
Uit kroegen van Gesmolten Blauw.
Als de ‘Waard’ de dronken Bij
De deur van het Vingerhoedskruid uitzet –
Als Vlinders – hun ‘droesem’ laten staan –
Dan drink ik alleen maar meer!
Tot Serafijnen
———-met hun besneeuwde Hoedjes zwaaien –
En Heiligen – naar Ramen rennen –
Om de kleine Dronkaard te zien
Die leunt tegen de – Zon –