If I could bribe them by a Rose
If I could bribe them by a Rose
I’d bring them every flower that grows
From Amherst to Cashmere!
I would not stop for night, or storm –
Or frost, or death, or anyone –
My business were so dear!
If they would linger for a Bird
My Tambourin were soonest heard
Among the April Woods!
Unwearied, all the summer long,
Only to break in wilder song
When Winter shook the boughs!
What if they hear me!
Who shall say
That such an importunity
May not at last avail?
That, weary of this Beggar’s face –
They may not finally say, Yes –
To drive her from the Hall?
F176/J179/1860
Kon ik ze omkopen met een Roos
Ik zou ze elke bloem brengen die groeit
Van Amherst tot Kasjmir!
Nacht, of storm zou me niet tegenhouden –
Noch vorst, of dood, of wie dan ook –
Zo belangrijk zou mijn taak zijn!
Zouden ze wachten op een Vogel
Ik liet mijn Tamboerijn heel vroeg horen
Tussen de Bossen van April.
Onvermoeibaar, de hele zomer lang,
Enkel te onderbreken met wilder gezang
Wanneer de Winter de takken schudde!
Wat als ze me horen!
Wie zal zeggen
Dat zo’n doorzettingsvermogen
Uiteindelijk niet kan helpen?
Dat ze, het gezicht van deze Bedelaar beu –
Niet ten langen leste Ja zeggen –
Om haar uit de Hal te zetten?