It knew no Medicine
It knew no Medicine –
It was not Sickness – then –
Nor any need of Surgery –
And therefore – ’twas not Pain –
It moved away the Cheeks –
A Dimple at a time –
And left the Profile – plainer –
And in the place of Bloom
It left the little Tint
That never had a Name –
You’ve seen it on a Cast’s face –
Was Paradise – to blame –
If momently ajar –
Temerity – drew near –
And sickened – ever afterward
For Somewhat that it saw?
F567/J559/1863
Er was geen Medicijn voor –
Dus – kon het geen Ziekte zijn –
Er was zeker geen Operatie nodig –
Daarom – was er geen Pijn –
Hij streek de Wangen glad –
Eén Kuiltje tegelijk –
Liet het Profiel – platter – achter
En in plaats van een Blos
Liet hij een lichte Tint na
Waar geen Naam voor bestaat –
Die je ziet op het gezicht van een Beeld –
Was het de Hemel – te verwijten –
Dat het even op een kier stond –
Roekeloosheid – op de loer lag –
En daarna voor altijd – verbleekte
Voor Iets dat het zag?
“Cast”: gipsen standbeeld, figuurlijk voor lijk, kadaver.
“Paradise”: meestal het hemels paradijs, kortweg de hemel.