It was not Death, for I stood up
It was not Death, for I stood up,
And all the Dead, lie down –
It was not Night, for all the Bells
Put out their Tongues, for Noon.
It was not Frost, for on my Flesh
I felt Siroccos – crawl –
Nor Fire – for just my Marble feet
Could keep a Chancel, cool –
And yet, it tasted, like them all,
The Figures I have seen
Set orderly, for Burial,
Reminded me, of mine –
As if my life were shaven,
And fitted to a frame,
And could not breathe without a key,
And ’twas like Midnight, some –
When everything that ticked – has stopped –
And Space stares all around –
Or Grisly frosts –
———first Autumn morns,
Repeal the Beating Ground –
But, most, like Chaos –
———Stopless – cool –
Without a Chance, or Spar –
Or even a Report of Land –
To justify – Despair.
F355/J510/1862
Het was geen Dood, want ik stond rechtop,
En alle Doden, liggen neer –
Het was geen Nacht, want alle Klokken
Staken hun Tong uit, voor het Middaguur.
Het was geen Vorst, want over mijn Vlees
Voelde Ik de Siroccowinden – kruipen –
Ook geen Vuur – alleen al mijn Marmeren voeten
Zouden een Priesterkoor koud houden –
En toch, smaakte het, naar dat alles,
De Gedaanten die ik zag
Keurig op een rijtje, voor een Begrafenis,
Deden me denken, aan de mijne –
Alsof mijn leven in stukken gesneden was,
Passend gemaakt voor een lijst,
En niet kon ademen zonder een sleutel,
Het leek wel een soort van Middernacht –
Waar alles wat tikte – is gestopt –
En Ruimte overal om zich heen staart –
Of Griezelige vorst die –
———de eerste Herfstmorgens,
Het Kloppen van de Grond stopzet.
Maar, bovenal, net als Chaos –
———Onophoudelijk – koud –
Zonder enige Kans, of Mast –
Of zelfs een Roep van Land in Zicht –
Dat de Wanhoop – kan rechtvaardigen.
“Frame”: vorm, kader, lijst. Het kan ook een (doods)kist zijn.
Varianten:
– voor “Flesh” (regel 5): “Knees” (Knieën);
– voor “my” (regel 7): “two” (twee).