It would never be Common – more – I said
It would never be Common – more – I said –
Difference – had begun –
Many a bitterness – had been –
But that old sort – was done –
Or – if it sometime – showed – as ’twill –
Upon the Downiest – Morn –
Such bliss – had I – for all the years –
‘Twould give an Easier – pain –
I’d so much joy – I told it – Red –
Upon my simple Cheek –
I felt it publish – in my Eye –
‘Twas needless – any speak –
I walked – as wings – my body bore –
The feet – I former used –
Unnecessary – now to me –
As boots – would be – to Birds –
I put my pleasure all abroad –
I dealth a word of Gold
To every Creature – that I met –
And Dowered – all the World –
When – suddenly – my Riches shrank –
A Goblin – drank my Dew –
My Palaces – dropped tenantless –
Myself – was beggared – too –
I clutched at sounds –
I groped at shapes –
I touched the tops of Films –
I felt the Wilderness roll back
Along my Golden lines –
The Sackcloth – hangs upon the nail –
The Frock I used to wear –
But where my moment of Brocade –
My – drop – of India?
J430/F388/1862
Het zou nooit meer – Gewoon zijn – zei ik –
De Verdeeldheid – was begonnen –
Menig bitterheid – was er geweest –
Maar dat soort van vroeger – had afgedaan –
Of – mocht het ooit nog – blijken – als het gebeurt –
Op de Allerliefste – Morgen –
Zo’n zalig geluk – had ik – in al die jaren –
Het zou de pijn – Draaglijker hebben gemaakt.
En ik had zoveel vreugde – vertelde het – in het Rood
Op mijn simpele Wang –
Ik voelde het verschijnen – in mijn Ogen –
Niet nodig – om iets te zeggen.
Ik liep – alsof vleugels – mijn lichaam droegen –
De voeten – die ik daarvoor gebruikte –
Nu zo overbodig – voor mij –
Als laarzen – voor Vogels – zouden zijn –
Overal straalde ik mijn plezier uit –
Ik deelde een woord van Goud uit
Aan elk Schepsel – dat ik tegenkwam –
En gaf Geschenken – aan de hele Wereld.
Toen – plotseling – mijn Rijkdom slonk –
Een enge Geest – dronk mijn Dauw –
Mijn Paleizen – storten onbewoonbaar in –
Ikzelf – verviel tot de bedelstaf – evenzo –
Ik klampte me vast aan geluiden –
Ik tastte naar schaduwen –
Ik raakte het topje van de Sluier aan –
Ik voelde de Wildernis terugrollen
Langs mijn Gouden paden –
Het Boetekleed – hangt aan de spijker –
De Jurk die ik altijd droeg –
Maar waar is mijn momentje van Brokaat –
Mijn – druppel – van India?
“Line”: zowel regel, pad als grens. Misschien hier wel alle drie.
“India” staat bij Emily Dickinson voor een rijk, exotisch en mysterieus land.]