“Lethe” in my flower
“Lethe” in my flower,
Of which they who drink,
In the fadeless orchards
Hear the bobolink!
Merely flake or petal
As the Eye beholds
Jupiter! my father!
I perceive the rose!
F54/J1730/1859
“Lethe” in mijn bloem,
Wie ervan drinken,
Horen in de eeuwige boomgaarden
De Troepiaal!
Zoals het Oog alleen
Een vlok of bloemblad ziet,
Jupiter! mijn vader!
Ontwaar ik de roos!
“Fadeless”: onverwelkbaar, kleurecht.
“Bobolink”: Troepiaal, een minder bekende zangvogel.
Een gedicht over een mystieke gewaarwording? Emily Dickinson ziet niet enkel ‘n afzonderlijk deel (bloemblad), maar het totaal (roos).