No man saw awe, nor to his house
No man saw awe, nor to his house
Admitted he a man
Though by his awful residence
Has human nature been.
Not deeming of his dread abode
Till laboring to flee
A grasp on comprehension laid
Detained vitality.
Returning is a different route
The Spirit could not show
For breathing is the only work
To be enacted now.
“Am not consumed,” old Moses wrote,
“Yet saw him face to face” –
That very physiognomy
I am convinced was this
F1342/J1733/1874
Geen mens heeft Gods majesteit gezien,
Noch in zijn huis heeft iemand toegelaten
Hoewel vlakbij zijn schrikwekkende residentie
Een menselijk wezen is geweest.
Zich niet bewust van dit gevreesde verblijf
Tot hij trachtte te ontsnappen
Uit de greep die zijn bewustzijn omknelde
En zijn vitaliteit gevangenhield.
Terugkeren gaat via een andere weg
Die de Geest niet kan laten zien
Want gaan ademen is het enige werk
Dat nu vertoond moet worden.
“Ben niet verteerd,” schreef de oude Mozes,
“Toch zag ik hem van aangezicht tot aangezicht” –
Dat dit hetzelfde verschijnsel is
Daarvan ben ik overtuigd
Emily Dickinson speelt met het verhaal van Mozes. Mozes mocht juist niet het aangezicht van God zien (Exodus 33, 20). Toen Mozes bij de berg Horeb een brandende braambos zag, gaf hij aan dat het braambos niet door het vuur verteerd werd (Exodus 3,2).