Pigmy seraphs – gone astray
Pigmy seraphs – gone astray –
Velvet people from Vevay –
Belles from some lost summer day –
Bees exclusive Coterie –
Paris could not lay the fold
Belted down with emerald –
Venice could not show a cheek
Of a tint so lustrous meek –
Never such an ambuscade
As of briar and leaf displayed
For my little damask maid –
I had rather wear her grace
Than an Earl’s distinguished face –
I had rather dwell like her
Than be “Duke of Exeter” –
Royalty enough for me
To subdue the Bumblebee.
F96/J138/1859
Dwergengeltjes – die de weg kwijt zijn –
Fluwelen mensen uit Vevay –
Schoonheden van ‘n verloren zomerdag –
De exclusieve Kliek van Bijen –
Parijs kon zo’n plooi niet uitleggen
Getailleerd met smaragd –
Venetië kon geen wang laten zien
Met zo’n glanzend zachte tint –
Nog nooit zo’n hinderlaag
Van doornstruiken en bladeren gelegd
Voor mijn kleine damasten meisje –
Ik zou liever haar schoonheid dragen
Dan het keurige gezicht van een Graaf.
Ik woon liever zoals zij
Dan “Hertog van Exeter” te zijn.
Royalty genoeg voor mij
Om de Hommel te overmeesteren.
“Paris” – bedoeld wordt ‘de couteriers van Parijs’.
“Damask maid” – daar draait het gehele gedicht om: witte bloemetjes. Waarschijnlijk gaat het om witte rozen, gezien de hinderlaag van doornen.
“Duke of Exeter”: de hertog van Exeter speelde een rol in diverse stukken van Shakespeare.
Variant voor “so” (regel 8): “more” (meer).