“Remember me” implored the Thief!
“Remember me” implored the Thief!
Oh Hospitality!
My Guest “Today in Paradise”
I give thee guaranty.
That Courtesy will fair remain
When the Delight is Dust
With which we cite this mightiest case
Of compensated trust.
Of all we are allowed to hope
But Affidavit stands
That this was due
——–where most we fear
Be unexpected Friends.
F1208/J1180/1871
“Denk aan mij” smeekte de Dief!
Wat een Gastvrijheid!
Mijn Gast zul je zijn “Vandaag in het Paradijs”
Ik verzeker het je.
Deze Hoffelijkheid blijft mooi
Wanneer Vreugde tot Stof vergaat
Waarmee we dit sterkste geval aanhalen
Van geloof dat beloond wordt.
Van alles waar we op mogen hopen
Houdt alleen de Getuigenis stand
Dat dit te danken was
——–daar waar we het ergste vrezen
Er onverwachte vrienden mogen zijn.
“Affidivit”: beëdigde verklaring, meestal voor de rechtbank.
Varianten:
– voor “Hospitality!” (regel 2): “Magnanimity!” (Edelmoedigheid!)
– voor “Guest” (regel 3): “Visitor” (Bezoeker);
– voor “most” (regel 11): “some” (wat);
– voor “be” (regel 12): “are” (zijn).