Safe in their Alabaster Chambers
(versie 1859)
Safe in their Alabaster Chambers –
Untouched by Morning
And untouched by Noon –
Sleep the meek members of the Resurrection –
Rafter of satin,
And Roof of stone.
Light laughs the breeze
In her Castle above them –
Babbles the Bee in a stolid Ear,
Pipe the Sweet Birds in ignorant cadence –
Ah, what sagacity perished here!
(versie 1861)
Safe in their Alabaster Chambers –
Untouched by Morning –
And untouched by Noon –
Life the meek members of the Resurrection –
Rafter of Satin – And Roof of Stone!
Grand go the Years – in the Crescent – above them–
Worlds scoop their Arcs –
And firmaments – row –
Diadems – drop – and – Doges – surrender –
Soundless as dots – on a Disc of Snow ¬
J216/F124
(versie 1859)
Veilig in hun Albasten Kamers –
Onberoerd door de Ochtend
En onberoerd door het Middaguur –
Slapen de vrome leden van de Wederopstanding –
Onder Gewelf van satijn,
En Stenen Dak.
Zacht lacht de bries
In haar Vesting daarboven –
Babbelt de Bij aan dovemans Oor,
Fluiten de Lieve Vogels in een stom ritme –
O, wat een schranderheid is hier verloren!
(versie 1861)
Veilig in hun Albasten Kamers –
Onberoerd door de Ochtend –
En onaangetast door het Middaguur –
Liggen de vrome leden van de Wederopstanding –
Onder Gewelf van Satijn – En Stenen Dak!
Groots gaan de Jaren – in de Halve Maan – boven hen
Werelden scheppen hun Bogen –
En Firmamenten – roeien voorbij –
Kronen – komen ten val – en Vorsten – doen afstand –
Geluidloos als stippen – op een Veld van Sneeuw –