The Grass so little has to do
The Grass so little has to do –
A Sphere of simple Green –
With only Butterflies to brood
And Bees to entertain –
And stir all day to pretty Tunes
The Breezes fetch along –
And hold the Sunshine in it’s lap
And bow to everything –
And thread the Dews, all night, like Pearls –
And make itself so fine
A Duchess were too common
For such a noticing –
And even when it dies – to pass
In Odors so divine –
Like Lowly spices, lain to sleep –
Or Spikenards, perishing –
And then, in Sovereign Barns to dwell –
And dream the Days away,
The Grass so little has to do
I wish I were a Hay –
F379/J333/1862
Het Gras heeft zo weinig te doen –
Een Sfeer van louter Groen –
Alleen wat Vlinders uit te broeden
En Bijen te vermaken –
Alle dagen deinen op lekkere Muziek –
Die het Briesje meebrengt –
En de Zonneschijn dragen in haar schoot –
Buigen naar alles en iedereen –
En Dauw rijgen, de hele nacht, als Parels –
En zich zo mooi maken
Dat een Hertogin nog te gewoontjes is
Om die aandacht te trekken –
Zelfs wanneer het sterft – gaat het over
In zulke goddelijke Geuren –
Als Kleine kruiden, die te slapen liggen –
Of Nardusbloemen, die verwelken –
En daarna, in Vorstelijke Schuren wonen –
De Dagen wegdromen,
Het Gras heeft zo weinig te doen
Ik wou dat ik Hooi was –
– voor “lain to sleep” (regel 15): “gone to sleep” (die gaan slapen waren) en “laid to sleep”;
– voor “Spikenards perishing” (regel 16): “Amulets of Pine” (Bloeiende Coniferen).