The Night was wide, and furnished scant
The Night was wide, and furnished scant
With but a single Star –
That often as a Cloud it met –
Blew out itself – for fear –
The Wind pursued the little Bush –
And drove away the Leaves
November left – then clambered up
And fretted in the Eaves –
No Squirrel went abroad –
A Dog’s belated feet
Like intermittent Plush, be heard
Adown the empty Street –
To feel if Blinds be fast –
And closer to the fire –
Her little Rocking Chair to draw –
And shiver for the Poor –
The Housewife’s gentle Task –
How pleasanter – said she
Unto the Sofa opposite –
The Sleet – than May, no Thee –
J589/F617/1862
De Nacht was helder, en amper opgesierd
Met niet meer dan één Ster –
Die telkens als zij een Wolk raakte –
Zichzelf uitblies – van angst –
De wind achtervolgde het kleine Struikje –
En dreef de bladeren weg
Na November – toen klauterde hij omhoog
En zeurde langs de Dakranden –
Geen eekhoorn ging naar buiten –
De late voeten van een Hond
Waren te horen, onregelmatig gedempt,
In de lege Straat –
Nagaan of de Jaloezieën goed gesloten zijn –
En dichter bij het haardvuur –
Haar kleine Schommelstoel slepen –
En huiveren van de Arme Mensen –
Is de lichte taak van de huisvrouw –
Toch is de IJzel aangenamer – zei ze
Naar de bank er tegenover –
Dan de maand Mei, zonder Jou –