The Wind – tapped like a tired Man
The Wind – tapped like a tired Man –
And like a Host – “Come in”
I boldly answered – entered then
My Residence within
A Rapid – footless Guest –
To offer whom a Chair
Were as impossible as hand
A Sofa to the Air –
No Bone had He to bind Him –
His Speech was like the Push
Of numerous Humming Birds at once
From a superior Bush –
His Countenance – a Billow –
His Fingers, as He passed
Let go a music – as of tunes
Blown tremulous in Glass –
He visited – still flitting –
Then like a timid Man
Again, He tapped – ’twas flurriedly –
And I became alone –
J436/F621/1862
De Wind – klopte aan, als een vermoeid Man –
En als een Gastvrouw – “Kom binnen”
Antwoordde ik resoluut – en toen ging hij
Mijn Woning binnen
Een Snelle – Gast zonder voeten –
Hem een Stoel aanbieden
Zou even onmogelijk zijn als
Een Sofa aanreiken aan de Lucht –
Geen Bot hield hem bijeen –
Zijn Taal was als het Kabaal
Van tal van Kolibries tegelijkertijd
Uit prachtig Struikgewas –
Zijn Gezicht – was een Deining –
Zijn Vingers, toen hij langskwam,
Lieten muziek los – gelijk
de trillende geluidjes geblazen in Glas –
Hij kwam op bezoek – nog steeds fladderend –
Klopte toen – als een verlegen Man –
Nog eens aan – het ging in een vlaag –
En ik bleef alleen –