They leave us with the Infinite
They leave us with the Infinite.
But He – is not a man –
His fingers are the size of fists –
His fists, the size of men –
And whom he foundeth, with his Arm
As Himmaleh, shall stand –
Gibraltar’s Everlasting Shoe
Poised lightly on his Hand,
So trust him, Comrade –
You for you, and I, for you and – me
Eternity is ample,
And quick enough, if true.
F352/J350/1862
Ze laten ons over aan de Oneindigheid.
Maar Zij – is geen mens –
Haar vingers zijn zo groot als vuisten –
Haar vuisten, zo groot als mensen –
Wie door haar gevestigd is, met haar Arm
Zal net als de Himalaya, standhouden –
Gibraltar’s Eeuwige Schoen
Lichtjes rustend op haar Hand,
Dus vertrouw haar, Kameraad –
Jij voor jou, en ik, voor jou en – mij
Eeuwigheid is weids,
En komt al snel, als ze bestaat.