This Chasm, Sweet, opon my life
This Chasm, Sweet, opon my life
I mention it to you,
When Sunrise through a fissure drop
The Day must follow too.
If we demur, its gaping sides
Disclose as ’twere a Tomb
Ourself am lying straight wherein
The Favorite of Doom.
When it has just contained a Life
Then, Darling, it will close
And yet so bolder every Day
So turbulent it grows
I’m tempted half to stitch it up
With a remaining Breath
I should not miss in yielding, though
To Him, it would be Death –
And so I bear it big about
My Burial – before
A Life quite ready to depart
Can harass me no more –
F1061/J858/1865
Liefste, deze Kloof in mijn leven
Daarover wil ik je vertellen,
Als het eerste Zonlicht door een spleet valt
Gaat de Dag ook volgen.
Deinzen we ervoor terug, dan ontvouwen
Zijn gapende kanten alsof ze een Graf was
Waarin wijzelf languit liggen:
De Lievelingen van het Noodlot.
Zodra hij tot Leven is gekomen
Dan, Schat, gaat hij weer dicht
En toch groeit hij elke dag
Even sterk als onstuimig op
Ik ben geneigd om hem dicht te naaien.
Met mijn laatste Adem
Zou geen spijt hebben van mijn overgave, al
Betekende dat de Dood, voor Hem –
En dus draag ik het groots mee
Naar mijn begrafenis – voordat
Mijn leven volledig bereid is om heen te gaan
En mij niet langer kan lastigvallen –
“Doom” heeft meerdere betekenissen die hier doorklinken: onheil, noodlot, verdoemenis, (laatste) oordeel, ondergang.
Geschreven voor Susan Dickinson, haar geliefde die met haar broer was getrouwd.