Those fair – fictitious People
Those fair – fictitious People –
The Women – plucked away
From our familiar Lifetime –
The Men of Ivory –
Those Boys and Girls, in Canvas –
Who stay upon the Wall
In Everlasting Keepsake –
Can Anybody tell?
We trust – in places perfecter –
Inheriting Delight
Beyond our faint Conjecture –
Our dizzy Estimate –
Remembering ourselves, we trust –
Yet Blesseder – than We –
Through Knowing – where We only hope –
Receiving – where we – pray –
Of Expectation – also –
Anticipating us
With transport, that would be a pain
Except for Holiness –
Esteeming us – as Exile –
Themself – admitted Home –
Through gentle Miracle of Death –
The Way ourself, must come –
J499/F369/1862
Die mooie Mensen – in onze gedachten –
De Vrouwen – weggeplukt
Uit ons gewone Leven –
De Mensen van Ivoor –
Die Jongens en Meisjes, op het Linnen –
Ze blijven aan de Muur
Als eeuwige Souvenirs –
Kan Iemand daar iets over zeggen?
Wij hopen – op volmaakter plekken –
Waar we Vreugde erven
Voorbij onze vage Vermoedens –
Onze lichtzinnige Inschattingen –
Zij denken nog aan ons, hopen we –
Maar Begenadigder – dan wij –
Want zij weten – waar Wij alleen op hopen –
Zij ontvangen – waar wij – om bidden –
Zij Wachten ons – ook op –
Lopen op ons vooruit
In de vreugde, die een pijn zou zijn
Tenzij het Heiligen zijn –
Ze beschouwen ons – als Ballingen –
Zelf – zijn zij al in Huis binnengelaten –
Door het zachte Wonder van de Dood –
Onze eigen Weg, moet nog komen –
“In everlasting Keepsake”. Emily Dickinson geeft een sprekende variant: “In everlasting Childhood” (Blijven altijd Kinderen).]