Through lane it lay – thro’ bramble
Through lane it lay – thro’ bramble –
Through clearing, and thro’ wood –
Banditti often passed us
Opon the lonely road.
The wolf came peering curious –
The Owl looked puzzled down –
The Serpent’s satin figure
Glid stealthily along.
The tempests touched our garments –
The lightning’s poinards gleamed –
Fierce from the Crag above us
The hungry Vulture screamed –
The Satyr’s fingers beckoned –
The Valley murmured “Come” –
These were the mates –
This was the road
These Children fluttered home.
F43/J9/1858
Langs paden liep het – door braamstuiken –
Langs open plekken, en door het bos –
Bandieten passeerden ons er vaak
Op die verlaten weg.
De wolf kwam nieuwsgierig kijken –
De Uil keek verbaasd naar beneden –
Het satijnen silhouet van de Slang
Glipte er stiekem langs.
De stormen schudden onze kleren –
De dolken van de bliksem flitsten –
Woest vanaf de steile Rots boven ons
Krijste de hongerig Gier –
De vingers van de Bosgod wenkten –
De Vallei mompelde “Kom” –
Zij waren de vrienden –
Dit was de weg
Waar Wij, Kinderen naar huis stoven.