Through those old grounds of memory
Through those old grounds of memory,
The sauntering alone
Is a divine intemperance
A prudent man would shun.
Of liquors that are vended
‘Tis easy to beware
But statutes do not meddle
With the internal bar.
Pernicious as the sunset
Permitting to pursue
But impotent to gather,
The tranquil perfidy
Alloys our firmer moments
With that severest gold
Convenient to the longing
But otherwise withheld.
F1770/J1753/Jaartal onbekend
Door het oude bezinksel van het geheugen,
Wandelen in je eentje
Is een goddelijke spilzucht
Die een verstandig mens moet vermijden.
Voor sterke drank die verkocht wordt
Is het gemakkelijk oppassen
Maar vergunningen bemoeien zich niet
Met het innerlijke café.
Boosaardig als het toelaten
Om de zonsondergang te zoeken
Maar niet bij machte om die te grijpen,
Blijkt de rust verraderlijk
Het verzwakt onze sterkere momenten
Met dat zuivere goud
Prettig om bij weg te kwijnen
Maar het anders verborgen houdt.
“Alloy” legeren, mengen, verbinden. Door te legeren wordt de waarde van goud of zilver verminderd. Hier zegt Emily Dickinson dat de waarde van onze sterkere momenten vermindert door het te hechten aan het zuiverste goud waar je bij prettig wegkwijnt.
“Severest gold”: zuiver goud. Mogelijk te verstaan als het geheugen dat alles mooi kan maken.
Dat het gedicht op vele manieren te begrijpen is (of niet), blijkt wel uit de diversiteit aan commentaren die het heeft opgeleverd.