Time’s wily Chargers will not wait
Time’s wily Chargers will not wait
At any Gate but Woe’s –
But there – so gloat to hesitate
They will not stir for blows –
F1498/J1458/1879
De slimme Paarden van de Tijd wachten niet
Bij geen enkel Hek, behalve van Pijn –
Maar daar – blijven ze zo vrolijk staan
Verroeren zich niet bij een zweepslag –
Emily Dickinson stuurt dit gedicht als een brief aan haar achttienjarige neef, Ned Dickinson, en ondertekent het met ‘Dick – Jim’, de namen van zijn paarden. Volgens zijn zus waren zij er met Ned ervandoor gegaan.