We shun because we prize her Face
We shun because we prize her Face
Lest sight’s ineffable disgrace
Our Adoration stain
F1430/J1429/1877
We ontwijken haar omdat we Haar mogen
Bang dat de peilloze schaamte haar te zien
Onze diepe Genegenheid bezoedelt
Variant voor ”stain” (regel 3): “mar” (bederven) en “flaw” (ontsieren).