What shall I do when the Summer troubles
What shall I do when the Summer troubles –
What, when the Rose is ripe –
What when the Eggs fly off in Music
From the Maple Keep?
What shall I do when the Skies a’chirrup
Drop a Tune on me –
When the Bee hangs all Noon
———-in the Buttercup
What will become of me?
Oh, when the Squirrel fills His Pockets
And the Berries stare
How can I bear their jocund Faces
Thou from Here, so far?
‘Twouldn’t afflict a Robin –
All His Goods have Wings –
I – do not fly, so wherefore
My Perennial Things?
F915/J956/1865
Wat zal ik doen als de Zomer onrust brengt –
Wat, als de Roos is uitgebloeid –
Wat als de Eieren op Muziek wegvliegen
Onder de Hoede van de Esdoorn uit?
Wat zal ik doen als de Lucht gaat tjirpen
En een Riedel op me laat vallen –
Als de Bij de hele Middag
———-in de Boterbloem rondhangt
Wat zal er van mij worden?
Oh, als de Eekhoorn Zijn Zakken vult
En de Bessen voor zich uitkijken
Hoe kan ik hun vrolijke Gezichtjes verdragen
Jij zo ver, van Hier?
Het zou een Roodborst niet deren –
Al Zijn Spullen hebben Vleugels –
Ik – vlieg niet, dus wat hebben ze voor zin
Mijn Meerjarige Dingen?