When we stand on the tops of Things
When we stand on the tops of Things –
And like the Trees, look down –
The smoke all cleared away from it –
And Mirrors on the scene –
Just laying light – no soul will wink
Except it have the flaw –
The Sound ones, like the Hills –
———shall stand –
No Lighting, scares away –
The Perfect, nowhere be afraid –
They bear their dauntless Heads,
Where others, dare not go at Noon,
Protected by their deeds –
The Stars dare shine occasionally
Upon a spotted World –
And Suns, go surer, for their Proof,
As if an Axle, held –
F343/J242/1862
Als we op de top van Alles staan –
En net als de Bomen, neerkijken –
Zal de rook helemaal opgetrokken zijn –
En Spiegels gewoon het toneel –
In het licht zetten – geeft geen ziel een krimp
Behalve die bevlekt is –
De Standvastigen, zoals de Heuvels –
———houden stand –
Geen Bliksemlicht, maakt hen bang –
De Volmaakten, zijn nergens bang voor –
Houden hun onverschrokken Hoofd hoog,
Waar anderen, ’s middags niet durven gaan,
Zijn zij gerechtvaardigd door hun daden –
Sterren durven soms te schitteren
Op een bezoedelde Wereld –
Zonnen, gaan zekerder, naar hun Oordeel,
Alsof een As, ze op hun plaats hield –
“Mirrors”: spiegels die destijds in het theater gebruikt werden voor de belichting van het toneel. Een soort van schijnwerpers zonder lampen.
“Flaw”: barst, gebrek, vlek, smet.
“Sound”: solide, sterk, standvastig.
“Protected”: beschermd, (figuurlijk) gerechtvaardigd, vrij van zonden.
“Proof”: bewijs, maar ook rechtszaak (laatste oordeel).