Within my Garden, rides a Bird
Within my Garden, rides a Bird
Upon a single Wheel –
Whose spokes a dizzy Music make
As ’twere a travelling Mill –
He never stops, but slackens
Above the Ripest Rose –
Partakes without alighting
And praises as he goes,
Till every spice is tasted –
And then his Fairy Gig
Reels in remoter atmospheres –
And I rejoin my Dog,
And He and I, perplex us
If positive, ’twere we –
Or bore the Garden in the Brain
This Curiosity –
But He, the best Logician,
Refers my clumsy eye –
To just vibrating Blossoms!
An Exquisite Reply!
J500/F370/1862
In mijn tuin, beweegt een Vogel
Op maar één Wiel
Waarvan de spaken een dizzy Muziek maken
Alsof het een Reizende Windmolen was –
Hij stopt nooit, maar vertraagt
Op de meest Volle Roos –
Hij eet ervan zonder te rusten
En waardeert het als hij gaat,
Tot elk kruid is geproefd –
En dan wervelt zijn Elfenconcert
Naar verre sferen –
En ik voeg me weer bij mijn Hond,
En Hij en ik, vragen ons verbaasd af
Of ’t echt was voor ons –
Of bracht de Tuin van de Verbeelding
Deze Eigenaardigheid voort –
Maar hij, veel beter in Logica,
Wijst mijn dom oog –
Op de maar even schuddende Bloesems!
Een Voortreffelijke Repliek!