You know that Portrait in the Moon
You know that Portrait in the Moon –
So tell me who ’tis like –
The very Brow – the stooping eyes –
A fog for – Say – Whose Sake?
The very Pattern of the Cheek –
It varies – in the Chin –
But – Ishmael – since we met
——––– ’tis long –
And fashions – intervene –
When Moon’s at full – ‘Tis Thou – I say –
My lips just hold the name –
When crescent – Thou art worn – I note –
But – there – the Golden Same –
And when – Some Night
——–– Bold – slashing Clouds
Cut Thee away from Me –
That’s easier – than the other film
That glazes Holiday –
J504/F676/1862
Je kent dat Portret in de Maan –
Dus vertel me op wie het lijkt –
Hetzelfde Voorhoofd –- de ingezakte ogen –
Een mistgordijn voor – Zeg het – Voor Wie?
Dezelfde Vorm van de Wang –
Het verschilt – bij de Kin –
Maar – Ishmael – het is lang geleden
——––– dat we elkaar zagen –
En mode – verandert –
Bij volle maan – zijt Gij het – toch –
Mijn lippen klemmen net de naam –
Bij nieuwe maan – zijt Gij opgebruikt – merk ik –
Maar – daar – het Gouden Zelf –
En wanneer – op een Nacht
——–– Resoluut – woeste Wolken
U lossnijden van Mij –
Is dat minder pijnlijk – dan de andere waas
Die het Feest verkilt –