Is Immortality a bane
That men are so oppressed?
F1757/J1728/Jaartal onbekend
Is Onsterfelijkheid een vloek
Waarmee mensen zo worden onderdrukt?
Is Immortality a bane
That men are so oppressed?
F1757/J1728/Jaartal onbekend
Is Onsterfelijkheid een vloek
Waarmee mensen zo worden onderdrukt?
Love can do all but raise the Dead
I doubt if even that
From such a giant were withheld
Were flesh equivalent
But love is tired and must sleep,
And hungry and must graze
And so abets the shining Fleet
Till it is out of gaze.
F1758/J1731/Jaartal onbekend
Liefde vermag alles behalve de Doden opwekken
Ik betwijfel of zelfs dat
Zo’n reus zou weerhouden
Als het vlees ook zo sterk zou zijn
Maar liefde is moe en moet gaan slapen,
En hongerig en moet schrokken
En dus, zweept zij de stralende Vloot op
Tot die uit het zicht is.
One crown that no one seeks
And yet the highest head
It’s isolation coveted
It’s stigma deified
While Pontius Pilate lives
In whatsoever hell
That coronation pierces him
He recollects it well.
F1759/J1735/Jaartal onbekend
Eén kroon waar niemand naar op zoek is
En toch het meest verheven hoofd
Zocht zijn opsluiting
Verheerlijkte zijn stigmata
Zolang Pontius Pilatus leeft
In welke hel dan ook
Steekt deze kroning hem
Hij zal het zich blijven herinneren.
Proud of my broken heart,
since thou did’st break it,
Proud of the pain
I did not feel till thee,
Proud of my night,
since thou with moons dost slake it,
Not to partake thy passion,
my humility.
Thou can’st not boast, like Jesus,
drunken without companion
Was the strong cup of anguish
brewed for the Nazarene
Thou can’st not pierce tradition
with the peerless puncture,
See! I usurped thy crucifix
to honor mine!
F1760/J1736/Jaartal onbekend
Trots ben ik op mijn gebroken hart,
omdat jij het brak,
Trots ben ik op de pijn
die ik niet voelde zolang jij er was,
Trots ben ik op mijn nacht,
omdat jij het met maanlicht opklaart,
Niet om jouw passie te delen
met mijn nuchterheid.
Jij kunt niet, zoals Jezus, opscheppen
in je eentje dronken te zijn
Van de intense beker van angst
Die de Nazarener voorgeschoteld kreeg
Jij kunt niet de traditie doorboren
van de weergaloze steek
Kijk! Ik heb jouw kruisbeeld toegeëigend
om het mijne te eren!
That it will never come again
Is what makes life so sweet.
Believing what we don’t believe
Does not exhilarate.
That if it be, it be at best
An ablative delight –
This instigates an appetite
Precisely opposite.
F1761/J1741/Jaartal onbekend
Dat het nooit weer zal komen
Is juist wat het leven zo heerlijk maakt.
Geloven waar je niet in gelooft
Maakt niet vrolijk.
Dat als het wel bestaat, het op zijn best
Een uitgekleed erfgoed is –
En dit wekt een honger op
Naar precies het tegendeel.
The joy that has no stem nor core,
Nor seed that we can sow,
Is edible to longing,
But ablative to show.
By fundamental palates
Those products are preferred
Impregnable to transit
And patented by pod.
F1762/J1744/Jaartal onbekend
Vreugde die geen steel heeft of pit,
En geen kiem die we kunnen planten,
Willen we graag opeten,
Maar kan maar kort uitgestald worden.
Voor echte fijnproevers
Hebben producten de voorkeur
Die niet bederfelijk zijn bij het vervoer
En met een patent op de peul.
The mob within the heart
Police cannot suppress
The riot given at the first
Is authorized as peace
Uncertified of scene
Or signified of sound
But growing like a hurricane
In a congenial ground.
F1763/J1745/Jaartal onbekend
Tegen de bende in het hart
Helpt geen politie
Wat ooit als een oproer begon
Krijgt officieel de naam van vrede
Haar plaats wordt niet aangegeven
Haar geluid niet aangeduid
Maar ze groeit als een orkaan
Op geschikte bodem.