Morning is due to all –
To some – the Night –
To an imperial few –
The Auroral Light –
F1621/J1577/1883
De Ochtend is van iedereen –
Van sommigen – de Nacht –
Van een keizerlijke enkeling –
Het Noorderlicht –
Morning is due to all –
To some – the Night –
To an imperial few –
The Auroral Light –
F1621/J1577/1883
De Ochtend is van iedereen –
Van sommigen – de Nacht –
Van een keizerlijke enkeling –
Het Noorderlicht –
The Summer that we did not prize
Her treasures were so easy
Instructs us by departy now
And recognition lazy –
Bestirs itself – puts on it’s Coat
And scans with fatal promptness
For Trains that moment out of sight
Unconscious of his smartness –
F1622/J1773/1883
De Zomer die we niet wisten te waarderen
Omdat haar schatten zo pover waren
Leert het ons door nu te vertrekken
Traag komt de onderkenning –
Op gang – trekt zijn Jas aan
En kijkt meteen, maar tevergeefs uit
Naar Treinen die net uit het zicht zijn
Zich niet bewust van zijn snelheid –
The Heart has many Doors –
I can but knock –
For any sweet “Come in”
Impelled to hark –
Not saddened by repulse,
Repast to me
That somewhere, there exists,
Supremacy –
F1623/J1567/1883
Het hart heeft vele Deuren –
Ik kan alleen maar kloppen –
Naar elk lief “Kom binnen”
Ben ik gedwongen te luisteren –
Niet verdrietig om een afwijzing,
Voedt het mij
Dat er ergens, bestaat,
De hoogste Macht –
Pass to thy Rendezvous of Light,
Pangless except for us –
Who slowly ford the Mystery
Which thou hast leaped across!
F1624/J1564/1883
Ga naar jouw Afspraak met het Licht,
Zonder Pijn, maar niet voor ons –
Die langzaam het Mysterie doorwaden
Waar jij overheen bent gesprongen!
Expanse cannot be lost –
Not Joy, but a Decree
Is Deity –
His Scene, Infinity –
Whose rumor’s Gate was shut so tight
Before my Beam was sown,
Not even a Prognostic’s push
Could make a Dent thereon –
The World that thou hast opened
Shuts for thee,
But not alone,
We all have followed thee –
Escape more slowly
To thy Tracts of Sheen –
The Tent is listening,
But the Troops are gone!
F1625/J1584/1883
Onmetelijkheid kan niet verloren gaan –
Geen Vreugde, maar een Gebod
Is Goddelijk –
Zijn Plek, het Oneindige –
Wiens Hemelpoort zo stevig gesloten werd
Nog voor mijn Licht was gezaaid
Dat zelfs de dreun van een Prognose
Er geen Deuk in kan slaan –
De Wereld die jij hebt geopend
Sluit zich voor jou,
Maar niet alleen,
Wij allemaal hebben je gevolgd –
De langzamer vlucht
Naar jouw Schitterende Streken –
De Tent blijft luisteren,
Maar de Troepen zijn weg!
Climbing to reach the costly Hearts
To which he gave the worth,
He broke them, fearing punishment
He ran away from Earth –
F1626/J1566/1883
Klauterend om de kostbare Harten te bereiken
Waaraan hij waarde gaf,
Hij brak ze, en bang voor straf
Rende hij weg van de Aarde –
In memory of your Little Sister
Who “meddled” with the costly Hearts
to which she gave the worth
He broke them – fearing punishment
He ran away from Earth –
Ter nagedachtenis aan je Kleine Zusje
Die “raakte” aan de kostbare Harten
aan wie ze waarde gaf
En ze brak – bang voor straf
Rende hij weg van de Aarde –
The Spirit lasts – but in what mode –
Below, the Body speaks,
But as the Spirit furnishes –
Apart, it never talks –
The Music in the Violin
Does not emerge alone
But Arm in Arm with Touch, yet Touch
Alone – is not a Tune –
The Spirit lurks within the Flesh
Like Tides within the Sea
That make the Water live, estranged
What would the Either be?
Does that know – now – or does it cease –
That which to this is done,
Resuming at a mutual date
With every future one?
Instinct pursues the Adamant,
Exacting this Reply,
Adversity if it may be, or wild Prosperity,
The Rumor’s Gate was shut so tight
Before my Mind was sown,
Not even a Prognostic’s Push
Could make a Dent thereon –
F1627/J1576/1883
De Geest blijft intact – maar in welke vorm –
Hier beneden, spreekt het Lichaam,
Maar alleen zoals de Geest aangeeft –
Los van elkaar, spreekt het nooit –
De Muziek in de Viool
Komt niet alleen tevoorschijn
Maar door Aanraken in de Arm, toch
Aanraken alleen – geeft geen Muziek –
De Geest schuilt in het Vlees
Zoals Stromingen in de Zee
Die Water tot leven brengen, gescheiden
Wat zouden de beiden dan zijn?
Heeft die bewustzijn – dan – of houdt het op –
Wat er met die ander is gebeurd,
Als vanaf een gezamenlijke datum
Elk een andere toekomst ingaat?
Het Instinct laat het Weerbarstige niet los,
Eist hier een Antwoord,
Het kan Pech zijn, of groot Geluk, dat
De Hemelpoort zo stevig gesloten werd
Nog voor mijn Geest was gezaaid
Dat zelfs de dreun van een Prognose
Er geen Deuk in kan slaan –