Least Rivers – docile to some sea.
My Caspian – thee.
F206/J212/1861
De kleinste Rivieren – schikken zich in ‘n zee.
Mijn Kaspische Zee – jij.
Least Rivers – docile to some sea.
My Caspian – thee.
F206/J212/1861
De kleinste Rivieren – schikken zich in ‘n zee.
Mijn Kaspische Zee – jij.
I taste a liquor never brewed –
From Tankards scooped in Pearl –
Not all the Frankfort Berries
Yield such an Alcohol!
Inebriate of Air – am I –
And Debauchee of Dew –
Reeling – thro endless summer days –
From inns of Molten Blue –
When “Landlords” turn the drunken Bee
Out of the Foxglove’s door –
When Butterflies – renounce their “drams” –
I shall but drink the more!
Till Seraphs swing their snowy Hats,
And Saints – to windows run –
To see the little Tippler
Leaning against the – Sun –
F207/J214/1861
Ik proef een nooit gebrouwen drank –
Uit Kroezen met schuim van Parels –
Geen van de Druiven uit Frankfurt
Levert zo’n Alcohol op!
Aangeschoten van de Lucht – ben ik –
En Laveloos van de Dauw –
Wankelend – door eindeloze zomerdagen –
Uit kroegen van Vloeibaar Blauw.
Als de ‘Kroegbaas’ de dronken Bij
De deur van het Vingerhoedskruid uitzet –
Als Vlinders – hun ‘droesem’ laten staan –
Drink ik maar des te meer!
Tot Serafijnen met hun Sneeuwhoed zwaaien –
En Heiligen – naar het Raam rennen –
Om de kleine Pimpelaar te zien
Leunen tegen de – Zon –
Pine Bough –
A feather from the Whippowill
That everlasting sings!
Whose Galleries are Sunrise –
Whose Stanzas – the Springs –
Whose Emerald Nest – the Ages spin
Of mellow – murmuring Thread –
Whose Beryl Egg, what Schoolboys hunt –
In “Recess”, Overhead!
F208/J161/1861
Dennentak –
Een veer van de Nachtzwaluw
Die onophoudelijk blijft zingen!
Haar Galerijen zijn de Dageraad –
Haar Strofen – de Lentes –
Haar Smaragden Nest – spint Eeuwen –
Met zachte – ruisende Draad –
Haar Groene Ei – Schooljongens jagen er op –
In de “Vakantie”, Daarboven!
I lost a World – the other day!
Has Anybody found?
You’ll know it by the Row of Stars
Around its forehead bound!
A Rich man – might not notice it –
Yet – to my frugal Eye,
Of more Esteem than Ducats –
Oh find it – Sir – for me!
F209/J181/1861
Ik verloor een wereld – nog maar pas!
Heeft Iemand haar gevonden?
Je herkent haar aan een Rij Sterren
Om haar voorhoofd gebonden!
Een Rijkaard – was het misschien ontgaan –
Maar toch – voor mijn povere Ogen,
Is zij meer Waard dan Dukaten –
Och vind haar toch! – Heer – voor mij!
If I shouldn’t be alive
When the Robins come,
Give the one in Red Cravat
A Memorial crumb –
If I couldn’t thank you,
Being fast asleep,
You will know I’m trying
With my Granite lip!
F210/J182/1861
Mocht ik niet meer in leven zijn
En de Roodborsten komen,
Geef die met de Rode Bef
Een Kruimel ter Nagedachtenis aan mij –
En kan ik je niet meer bedanken
Is mijn slaap al te te diep,
Weet dat ik mijn best blijf doen
Met mijn lippen van Graniet!
I’ve heard an Organ talk, sometimes –
In a Cathedral Aisle,
And understood no word it said –
Yet held my breath, the while –
And risen up – and gone away,
A more Bernardine Girl –
Yet – know not what was done to me
In that old Chapel Aisle.
F211/J183/1861
Ik heb ooit een Orgel horen spreken –
In het Gangpad van een Kathedraal,
Verstond geen woord van wat het zei –
Toch hield ik dat moment mijn adem in –
En ben opgestaan – en weggegaan,
Als meer Cisterciënzer Non –
Toch – weet ik niet wat er mij was overkomen
In het Gangpad van die oude Kapel.
A transport one cannot contain
May yet a transport be –
Though God forbid it lift the lid,
Unto it’s Ecstasy!
A Diagram – of Rapture!
A sixpence at a show –
With Holy Ghosts in Cages!
The Universe would go!
F212/J184/1861
Een vervoering die niet te bevatten is
Zal nog steeds een vervoering zijn –
De Hemel verhoede dat het deksel zich opent,
Voor zijn Extase!
Een Schouwspel – van Extase!
Voor een stuiver te zien –
Met Heilige Geesten in Kooien!
Heel het Heelal moet erheen gaan!