Lest they should come – is all my fear
When sweet incarcerated – here
F1204/J1169/1871
Dat ze komen – is mijn enige angst
Wanneer ik hier – zo heerlijk opgesloten zit
Lest they should come – is all my fear
When sweet incarcerated – here
F1204/J1169/1871
Dat ze komen – is mijn enige angst
Wanneer ik hier – zo heerlijk opgesloten zit
All men for Honor hardest work
But are not known to earn –
Paid after they have ceased to work
In Infamy or Urn –
F1205/J1193/1871
Alle mensen werken het hardst voor de Eer
Maar weten niet wat ze eraan verdienen –
Gestopt met werken krijgen ze uitbetaald
Met Schande of Urn –
Of Paul and Silas it is said
There were in Prison laid
But when they went to take them out
They were not there instead.
Security the same insures
To our assaulted minds –
The staple must be optional
That an Immortal binds.
F1206/J1166/1871
Over Paulus en Silas wordt verteld
Dat zij in de gevangenis zaten
Maar toen men hen eruit ging halen
Waren ze er niet meer.
Dezelfde Zekerheid stelt
Onze geplaagde geesten gerust –
De kram hoeft geen verplichting te blijven
Waarmee een Onsterfelijke ons vastzet
The Voice that stands for Floods to me
Is sterile borne to some –
The Face that makes the Morning mean
Glows impotent on them –
What difference in Substance lies
That what is Sum to me
By other Financiers be deemed
Exclusive Poverty!
F1207/J1189/1871
De Stem die voor mij een Stormvloed is
Maakt op sommigen geen indruk –
Het Aanschijn dat de Ochtend geweldig maakt
Straalt krachteloos op hen –
Wat voor Wezenlijk verschil zit er niet
Tussen wat voor mij veen Fortuin is
En wat andere Financiers beschouwen
Als exclusieve Armoede!
“Remember me” implored the Thief!
Oh Hospitality!
My Guest “Today in Paradise”
I give thee guaranty.
That Courtesy will fair remain
When the Delight is Dust
With which we cite this mightiest case
Of compensated trust.
Of all we are allowed to hope
But Affidavit stands
That this was due
——–where most we fear
Be unexpected Friends.
F1208/J1180/1871
“Denk aan mij” smeekte de Dief!
Wat een Gastvrijheid!
Mijn Gast zul je zijn “Vandaag in het Paradijs”
Ik verzeker het je.
Deze Hoffelijkheid blijft mooi
Wanneer Vreugde tot Stof vergaat
Waarmee we dit sterkste geval aanhalen
Van geloof dat beloond wordt.
Van alles waar we op mogen hopen
Houdt alleen de Getuigenis stand
Dat dit te danken was
——–daar waar we het ergste vrezen
Er onverwachte vrienden mogen zijn.
Somehow
———myself survived the Night
And entered with the Day –
That it be saved the Saved suffice
Without the Formula.
Henceforth I take my living place
As one commuted led –
A Candidate for Morning Chance
But dated with the Dead.
F1209/J1194/1871
Op de een of andere manier
———heb ik de Nacht overleefd
En ging de Dag in –
Dat je gered bent, volstaat voor wie gered is
Zonder Recept.
Vanaf nu neem ik mijn plaats in het leven in
Als iemand die een ander leven leidde –
Een kandidaat voor Nieuwe Kansen
Maar verweven met de Dood.
Some we see no more, Tenements of Wonder
Occupy to us
————though perhaps to them
Simpler are the Days than the Supposition
Their removing Manners
Leave us to presume.
That oblique Belief which we call Conjecture
Grapples with a Theme stubborn as Sublime
Able as the Dust to equip its feature
Adequate as Drums
————to enlist the Tomb.
F1210/J1221/1871
Wie we niet meer zien, Wonderlijke Huizen
Bezitten ze voor ons,
————al zijn voor hen misschien
De Dagen eenvoudiger dan de Vermoedens
Die de Wijze waarop ze heengingen
Ons laat veronderstellen.
Dat geniepige Geloof wat Speculatie heet
Pakt een hardnekkig als Subliem Thema aan
Kundig als Stof om haar vorm in te richten
Net genoeg als Trommels
————om het Graf in te lijven.