The Mountains stood in Haze –
The Valleys stopped below
And went or waited as they liked
The River and the Sky.
At leisure was the Sun –
His interests of Fire
A little from remark withdrawn –
The Twilight spoke the Spire.
So soft opon the Scene
The Act of evening fell
We felt how neighborly a thing
Was the Invisible.
F1225/J1278/1871
De Bergen stonden in de Nevel –
De Valleien hielden daaronder op
En ze gingen voort of wachtten naar believen
De Rivier en de Lucht.
De Zon stond op zijn gemak –
Zijn belangen in Vuur
Een beetje aan het zicht onttrokken –
De Schemer typeerde de Torenspits.
Zo zacht op het Toneel
Viel de Akte van de avond
We voelden hoe vertrouwd nabij
Het Onzichtbare was.
“Neighborly” betekent zowel naburig als hartelijk.
Variant voor “Scene” (regel 9): “Place” (de Stad).