Afraid! Of whom am I afraid?
Not Death – for who is He?
The Porter of my Father’s Lodge
As much abasheth me!
Of Life? ‘Twere odd I fear a thing
That comprehendeth me
In one or two existences –
Just as the case may be –
Of Resurrection? Is the East
Afraid to trust the Morn
With her fastidious forehead?
As soon impeach my Crown!
F345/J608/1862
Bang! Voor wie zou ik bang zijn?
Niet voor de Dood – want wie mag Hij zijn?
De Portier van mijn Vaders Huis
Intimideert mij net zo erg!
Voor het leven? Vreemd om bang te zijn
Voor iets waar ik deel van ben
In één of twee levens –
Afhankelijk van wat het mag zijn –
Voor de Verrijzenis? Is het Oosten
Bang om de Ochtend te vertrouwen
Met haar sierlijke voorhoofd?
Dan liever mijn Kroon afzetten!
“Two existences” – het leven op aarde en in de hemel?
“Fastidious”: kieskeurig, maar ook sierlijk of zelfs preuts.
“Crown” – voor Emily Dickinson staat de kroon voor uitverkiezing. Bijvoorbeeld de kroon van de bruid die verkozen is. Hier gaat het om de kroon van het leven, namelijk het eeuwige leven.
Varianten:
– voor “two” (regel 7): “more –“ (meer);
– voor regel 8: “As Deity decree –“ (Naar God beschikt –).