↓
 

Emily Dickinson

Gedichten

Categorie archieven: Uncategorized

Bericht navigatie

<< 1 2 … 50 51 52 53 54 55 56 … 265 266 >>

They leave us with the Infinite

Emily Dickinson

They leave us with the Infinite.
But He – is not a man –
His fingers are the size of fists –
His fists, the size of men –

And whom he foundeth, with his Arm
As Himmaleh, shall stand –
Gibraltar’s Everlasting Shoe
Poised lightly on his Hand,

So trust him, Comrade –
You for you, and I, for you and – me
Eternity is ample,
And quick enough, if true.

F352/J350/1862

Ze laten ons over aan de Oneindigheid.
Maar Zij – is geen mens –
Haar vingers zijn zo groot als vuisten –
Haar vuisten, zo groot als mensen –

Wie door haar gevestigd is, met haar Arm
Zal net als de Himalaya, standhouden –
Gibraltar’s Eeuwige Schoen
Lichtjes rustend op haar Hand,

Dus vertrouw haar, Kameraad –
Jij voor jou, en ik, voor jou en – mij
Eeuwigheid is weids,
En komt al snel, als ze bestaat.

“Infinite” – Oneindigheid is in het Nederlands vrouwelijk; vandaar ‘zij’ en ‘haar’.

I’m ceded – I’ve stopped being Theirs

Emily Dickinson

I’m ceded – I’ve stopped being Theirs –
The name They dropped upon my face
With water, in the country church
Is finished using, now,
And They can put it with my Dolls,
My childhood, and the string of spools,
I’ve finished threading – too –

Baptized, before, without the choice,
But this time, consciously, Of Grace –
Unto supremest name –
Called to my Full –
———The Crescent dropped –
Existence’s whole Arc, filled up,
With one – small Diadem –

My second Rank – too small the first –
Crowned – Crowing – on my Father’s breast –
A half unconscious Queen –
But this time – Adequate – Erect,
With Will to choose,
Or to reject,
And I choose, just a Crown –

F353/J508/1862

Ik heb me losgemaakt – ben niet meer van Hen –
De naam die Ze op mijn gezicht lieten vallen
Met water, in de plattelandskerk
Heeft nu, zijn werk gedaan,
Ze kunnen hem bij mijn Poppen stoppen,
Mijn kindertijd, en bij de rij klosjes,
Met kraaltjes rijgen – ben ik ook klaar –

Gedoopt, vroeger, zonder keuze,
Maar deze keer, bewust, Van Genade –
In de allerhoogste naam –
Geroepen tot Volheid –
———De Halvemaan was neergestort –
De hele Boog van het Bestaan, opgevuld,
Met één – kleine Diadeem –

Mijn tweede Staat – de eerste was te klein –
Gekroond – Kraaiend – op mijn Vaders borst –
Tot een halfbewuste Koningin –
Maar deze keer – Adequaat – Rechtop,
Met een Wil om te kiezen,
Of om af te wijzen,
En ik kies, gewoon een Kroon –

“I’m ceded” kan passief en actief vertaald worden: ‘Ik ben afgestaan” en “Ik heb me losgemaakt’. Het laatste is logischer omdat het de eigen keuze van Emily Dickinson is om afstand te nemen van de kerkgemeenschap.
“Crescent”: halvemaan, ook wel schijngestalte van de maan genoemd.
“Small Diadem”: het kleine diadeem, kroontje dat ze nu draagt.
Varianten:
– voor “name” (regel 10): “term” (benaming);
– voor “Arc” (regel 12): “Eye” (Zicht);
– voor “Crowing” (regel 15): “whimpering” (huilend) en “dangling” (bungelend);
– voor “half unconscious” (regel 16): “too unconsciousness” (te onwetende);
– voor regel 16: “An insufficient Queen” (Een gebrekkige Koningin);
– voor “Will” (regel 18): “power” (de macht”);
– voor “Crown” (regel 20): “Throne” (Troon).

If anybody’s friend be dead

Emily Dickinson

If anybody’s friend be dead
It’s sharpest of the theme
The thinking how they walked alive –
At such and such a time –

Their costume, of a Sunday,
Some manner of the Hair –
A prank nobody knew but them
Lost, in the Sepulchre –

How warm, they were, on such a day,
You almost feel the date –
So short way off it seems –
And now – they’re Centuries from that –

How pleased they were, at what you said –
You try to touch the smile
And dip your fingers in the frost –
When was it – Can you tell –

You asked the Company to tea –
Acquaintance – just a few –
And chatted close with this Grand Thing
That don’t remember you –

Past Bows, and Invitations –
Past Interview, and Vow –
Past what Ourself can estimate –
That – makes the Quick of Woe!

F354/J509/1862

Als iemands vriendin gestorven is
Is het meest schrijnende punt
Te denken hoe ze door het leven gingen –
Toen en toen –

Hun Zondagse kleding,
Een bepaalde Kapsel –
Een geintje dat niemand anders uithaalde
Nu verloren, in het Graf –

Hoe warmt, ze waren, op die dag,
Je voelt haast de datum nog –
Zo kortgeleden lijkt het –
En nu – zijn ze Eeuwen daarvandaan –

Hoe blij ze waren, met wat je zei –
Je wilt de glimlach nog aanraken
En doopt je vingers in de vorst –
Wanneer was het? – Weet je het nog –

Je vroeg het Gezelschap op de thee –
De Goede Vrienden – slechts een paar –
En praatte intiem met dit Geweldige Wezen
Dat geen weet meer heeft van jou –

Voorbij Beleefdheden, en Uitnodigingen –
Voorbij een Gesprek, en afspraken –
Voorbij wat Wijzelf kunnen bepalen –
Dat – maakt de Pijn het Ergste!

“The Company” – het gezelschap van overledenen.
“Bows”: beleefde gebaren.
“The Quick”: meest gevoelige onderdeel, belangrijkste, levend (Emily Dickinson Lexicon).

It was not Death, for I stood up

Emily Dickinson

It was not Death, for I stood up,
And all the Dead, lie down –
It was not Night, for all the Bells
Put out their Tongues, for Noon.

It was not Frost, for on my Flesh
I felt Siroccos – crawl –
Nor Fire –
———for just my Marble feet
Could keep a Chancel, cool –

And yet, it tasted, like them all,
The Figures I have seen
Set orderly, for Burial,
Reminded me, of mine –

As if my life were shaven,
And fitted to a frame,
And could not breathe without a key,
And ’twas like Midnight, some –

When everything that ticked – has stopped –
And Space stares all around –
Or Grisly frosts –
———first Autumn morns,
Repeal the Beating Ground –

But, most, like Chaos –
———Stopless – cool –
Without a Chance, or Spar –
Or even a Report of Land –
To justify – Despair.

F355/J510/1862

Het was niet de Dood, want ik stond rechtop,
En alle Doden, liggen plat –
Het was niet Nacht, want alle Klokken
Staken hun Tong uit, voor het Middaguur.

Het was niet de Vorst, want op mijn Huid
Voelde Ik de hete wind – huiveren –
Ook geen Vuur – want enkel
———mijn voeten van Marmer
Hielden het Koor koud –

En toch, had het de smaak, van dat alles,
De Gedaanten die ik zag
Keurig op een rij, voor een Begrafenis,
Deden me denken, aan die van mij –

Alsof mijn leven afgeschoren was,
Passend gemaakt voor een kist,
En zonder sleutel niet kon ademen,
Het leek wel wat, op Middernacht –

Waar alles wat tikte – is gestopt –
En Ruimte overal om zich heen staart –
Of Griezelige vorstkou –
———op een eerste Herfstmorgen,
Die het Kloppen van de Grond stopzet.

Maar, het meest, leek het op Chaos –
———Niet te stoppen – koud –
Zonder een schijn van Kans, of Mast –
Of zelfs een Bericht van Land in Zicht –
Om Wanhoop – te rechtvaardigen.

“Spar”: scheepsmast. Emily Dickinson gebruikt graag de symboliek van de mast waar schipbreukelingen zich nog aan vast kunnen klampen en net niet of wel verdrinken.
Varianten:
– voor “on my Flesh” (regel 5): “on my Knees” (langs mijn Knieën);
– voor “my” (regel 7): “two” (twee).

If you were coming in the Fall

Emily Dickinson

If you were coming in the Fall,
I’d brush the Summer by
With half a smile and half a spurn,
As Housewives do, a Fly.

If I could see you in a year,
I’d wind the months in balls –
And put them each in separate Drawers,
For fear the numbers fuse –

If only Centuries, delayed,
I’d count them on my Hand,
Subtracting till my fingers dropped
Into Van Diemen’s Land.

If certain, when this life was out –
That your’s and mine, should be,
I’d toss it yonder, like a Rind,
And take Eternity –

But now, uncertain of the length
Of this, that is between,
It goads me, like the Goblin Bee –
That will not state – it’s sting.

F356/J511/1862

Als jij met de Herfst zou komen,
Poetste ik de Zomer weg,
Half glimlachend, half geïrriteerd,
Zoals Huisvrouwen doen, met een Vlieg.

Als ik je pas over een jaar kon zien,
Zou ik de maanden in kluwen winden –
En stopte ze elk in aparte Laden,
Dat de nummers niet in de war komen –

Al had je maar Eeuwen, vertraging,
Ik telde ze op mijn Hand,
Trok ze af, tot mijn vingers eraf vielen
Helemaal in Tasmanië.

Was het zeker, dat na dit leven –
Dat van ons samen, zou beginnen,
Zou ik het ver wegsmijten, als een Schil
En voor Eeuwigheid kiezen.

Maar nu, onzeker van de lengte
Van wat ertussen ligt,
Word ik gek, net als van Engerd Bij –
Die niet aangeeft – waar hij gaat steken.

“Van Diemen’s Land”: oude naam voor Tasmanië, het uiterste Zuiden van de wereld.
Variant voor “take” (regel 16): “taste” (proeven).

I felt my life with both my hands

Emily Dickinson

I felt my life with both my hands
To see if it was there —
I held my spirit to the Glass,
To prove it possibler —

I turned my Being round and round
And paused at every pound
To ask the Owner’s name —
For doubt, that I should know the Sound —

I judged my features –
———jarred my hair —
I pushed my dimples by, and waited —
If they — twinkled back —
Conviction might, of me —

I told myself, “Take Courage, Friend —
That — was a former time —
But we might learn to like the Heaven,
As well as our Old Home!”

F357/J351/1862

Met beide handen bevoelde ik mezelf
Om te zien of ik er wel was –
Ik hield mijn geest voor de Spiegel,
Om het zoveel mogelijk te onderzoeken –

Ik draaide mijn Wezen om en om
En stopte bij elke slag
En vroeg naar de naam van de Eigenaar –
Twijfelend, of ik het Geluid zou kennen –

Ik onderzocht mijn gezicht –
———streek door mijn haar –
Duwde mijn kuiltjes in, en wachtte –
Als ze – terugschoten –
Konden ze mij misschien overtuigen –

Ik zei tegen mezelf: “Houd Moed, Vriend –
Dat – was verleden tijd –
Maar we kunnen leren van de Hemel te houden,
Zo goed als van ons Ouderlijk Huis!”

Perhaps I asked too large

Emily Dickinson

Perhaps I asked too large –
I take – no less than skies –
For Earths, grow thick as
Berries, in my native town –

My Basket holds – just – Firmaments –
Those – dangle easy – on my arm,
But smaller bundles – Cram.

F358/J352/1862

Misschien vroeg ik te veel –
Mij voldoet – minder dan lucht niet –
Want het Aardse, tiert welig als
Bessen, in mijn geboortestad –

Mijn Mand bevat – alleen – Hemelen –
Die – bungelen losjes – aan mijn arm,
Maar kleinere pakjes – worden te Zwaar.

Emily Dickinson vraagt veel en verkiest de lucht boven het aardse. De pakjes van het aardse (huwelijk, huisvrouw, moederschap) wegen haar mogelijk te zwaar.

Bericht navigatie

<< 1 2 … 50 51 52 53 54 55 56 … 265 266 >>

Verzamelde
Gedichten
met Nederlandse
vertaling

  • Home
  • Index First Lines

  • Bloemlezing
  • Biografie
  • Fauna
  • Flora
  • Kunst
  • Leeswijzer
  • Links
  • Over deze site
  • Uitgaven
  • Zoeken ?

© Vertaling Adrie Lint – De vertaling mag met schriftelijke toestemming worden gebruikt voor niet-commerciële doeleinden.

↑