I’m sorry for the Dead – Today –
It’s such congenial times
Old Neighbors have at fences –
It’s time o’ year for Hay,
And Broad – Sunburned Acquaintance
Discourse between the Toil –
And laugh, a homely species
That makes the Fences smile –
It seems so straight to lie away
From all of the noise of Fields –
The Busy Carts – the fragrant Cocks –
The Mower’s Metre – Steals
A Trouble lest they’re homesick –
Those Farmers – and their Wives –
Set separate from the Farming –
And all the Neighbors’ lives –
A Wonder if the Sepulchre
Don’t feel a lonesome way –
When Men – and Boys – and Carts – and June,
Go down the Fields to “Hay” –
F582/J529/1863
Ik heb te doen met de Doden – Vandaag –
Het zijn zulke gezellige dagen
Met oude Buren aan het hek –
In deze tijd van het jaar om te Hooien,
En met Forse – Gebruinde Kennissen
Praten onder het Werk –
En lachen, die eenvoudige types
Die het Hek doen glimlachen –
Het lijkt zo logisch om ver
Van alle lawaai van de velden te liggen –
De Bedrijvige Karren – de geurige Schoven –
Het Ritme van de Maaier – Neemt
Het Ongemak weg dat ze heimwee hebben –
Die Boeren – en hun Vrouwen –
Gescheiden van het Boerenwerk –
En van alle levens uit de Buurt –
Een Wonder dat het Graf
Zich niet wat eenzaam voelt –
Wanneer Mannen – Jongens – Karren – en Juni,
De Velden afgaan om te “Hooien” –
– voor “times” (regel 2): “Way” “Manier van doen”;
– voor “noise” (regel 10): “Sound” (Geluid);
– voor “Set separate” (regel 15): “Put quiet” (Tot rust gebracht);
– voor “Carts” (regel 19): “Larks” (Leeuweriken).